Dutch

Detailed Translations for stellen from Dutch to Spanish

stellen:

stellen verb (stel, stelt, stelde, stelden, gesteld)

  1. stellen (poneren; naar voren brengen; opperen)
  2. stellen (pretenderen; beweren; verklaren; voorgeven)

Conjugations for stellen:

o.t.t.
  1. stel
  2. stelt
  3. stelt
  4. stellen
  5. stellen
  6. stellen
o.v.t.
  1. stelde
  2. stelde
  3. stelde
  4. stelden
  5. stelden
  6. stelden
v.t.t.
  1. heb gesteld
  2. hebt gesteld
  3. heeft gesteld
  4. hebben gesteld
  5. hebben gesteld
  6. hebben gesteld
v.v.t.
  1. had gesteld
  2. had gesteld
  3. had gesteld
  4. hadden gesteld
  5. hadden gesteld
  6. hadden gesteld
o.t.t.t.
  1. zal stellen
  2. zult stellen
  3. zal stellen
  4. zullen stellen
  5. zullen stellen
  6. zullen stellen
o.v.t.t.
  1. zou stellen
  2. zou stellen
  3. zou stellen
  4. zouden stellen
  5. zouden stellen
  6. zouden stellen
en verder
  1. ben gesteld
  2. bent gesteld
  3. is gesteld
  4. zijn gesteld
  5. zijn gesteld
  6. zijn gesteld
diversen
  1. stel!
  2. stelt!
  3. gesteld
  4. stellend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

stellen [het ~] nomen

  1. het stellen (poneren)
    el proponer; el postular

Translation Matrix for stellen:

NounRelated TranslationsOther Translations
lanzar gesmijt; omhoog werpen; opwerpen
postular poneren; stellen
pretender aansturen op; ambitie; aspiratie; azen; beogen; doel; intentie; pogen; streven; streven naar; trachten
proponer poneren; stellen
VerbRelated TranslationsOther Translations
fingir beweren; pretenderen; stellen; verklaren; voorgeven acteren; doen voorkomen; fingeren; huichelen; iemand begunstigen; komedie spelen; simuleren; toneelspelen; veinzen; voorschuiven; voortrekken; voorwenden; zich aanstellen
lanzar naar voren brengen; opperen; poneren; stellen aankaarten; aanknopen; aansnijden; afschieten; afsmijten; afvuren; afwerpen; afzien van rechtsvervolging; entameren; gesprek aanknopen; jonassen; kwakken; lanceren; laten zien; naar beneden werpen; naar voren brengen; neerkwakken; neerwerpen; omhooggooien; omlaag werpen; op de markt brengen; openen; opgooien; opperen; opwerpen; schieten; schoten lossen; seponeren; smakken; smijten; starten; suggereren; te berde brengen; ter sprake brengen; tevoorschijn brengen; tevoorschijn halen; uitgeven; uitgooien; uitwerpen; vuren
plantear naar voren brengen; opperen; poneren; stellen aankaarten; aansnijden; aanvoeren; entameren; ervan uitgaan; omhoogwerpen; op tafel leggen; opperen; opwerpen; te berde brengen; ter sprake brengen
postular naar voren brengen; opperen; poneren; stellen collecteren; geld inzamelen; postuleren; vooronderstellen
pretender beweren; pretenderen; stellen; verklaren; voorgeven aanmatigen; ambiëren; bedoelen; ergens iets mee willen zeggen; fingeren; huichelen; menen; simuleren; van mening zijn; veinzen; voorwenden; zich verbeelden
pretextar beweren; pretenderen; stellen; verklaren; voorgeven iemand begunstigen; voorschuiven; voortrekken
proponer naar voren brengen; opperen; poneren; stellen aanbevelen; aandragen; aanmerken; aanraden; aanvoeren; adviseren; declameren; een voorstel doen; hoogdravend praten; iemand recommanderen; iets aanraden; ingeven; naar voren brengen; nomineren; opperen; oreren; poneren; raden; suggereren; te berde brengen; voordragen; voorslaan; voorstellen
simular beweren; pretenderen; stellen; verklaren; voorgeven huichelen
sugerir naar voren brengen; opperen; poneren; stellen aandragen; aanvoeren; adviseren; iets aanraden; ingeven; naar voren brengen; opperen; poneren; raden; suggereren; te berde brengen
- beweren
ModifierRelated TranslationsOther Translations
fingir doende

Related Words for "stellen":


Synonyms for "stellen":


Antonyms for "stellen":


Related Definitions for "stellen":

  1. zeggen dat het zo is1
    • hij stelde dat de zon om de maan draait1
  2. bepalen1
    • ze stellen er wel voorwaarden aan1
  3. er genoegen mee nemen1
    • je moet het een week zonder mijn hulp stellen1
  4. het aannemen1
    • stel, dat je morgen weg mag1
  5. het of hem plaatsen1
    • je stelt me voor een groot probleem1

Wiktionary Translations for stellen:


Cross Translation:
FromToVia
stellen poner; colocar; situar put — to place something somewhere
stellen levantar; poner stand — to place in an upright or standing position
stellen levantar; parar stand up — bring something up and set it into a standing position
stellen colocar stellensenkrecht, mit den Fuß den Boden, einen bestimmten Platz oder Gegenstand berührend, in eine bestimmte oder übliche Position bringen
stellen aplicar appliquermettre une chose sur une autre, soit pour qu’elle y demeure adhérente, être pour qu’elle y laisser une empreinte, soit simplement pour qu’elle y toucher.
stellen poner; meter; colocar mettreplacer une personne, ou un animal, ou une chose dans un lieu déterminé.
stellen redactar rédigermettre par écrit, en bon ordre, dans un style clair et convenable, des lois, des règlements, des décisions, des résolutions prises dans une assemblée, ou les matériaux d’un ouvrage, ou les idées fournir en commun pour quelque écrire
stellen suponer supposer — Poser une chose pour établie (sens général)

stel:

stel [het ~] nomen

  1. het stel (groep van twee of meer; koppel; span)
    la yunta; el grupo; la colección; la pandilla; la banda; la panda
  2. het stel (opeenhoping; verzameling; accumulatie; )
    la colección; el montón; la compilación; la selección; el amontonamiento; la acumulación; el grupo
  3. het stel (stelletje; paar; koppel)
    la pareja; el par

Translation Matrix for stel:

NounRelated TranslationsOther Translations
acumulación accumulatie; massa; opeenhoping; ophoping; selectie; sortering; stel; verzameling accumulatie; bende; berg; cumulatie; cumuleren; groep; hoop; opaarden; opeenhopen; opeenhoping; opeenstapeling; ophopen; ophoping; opstapelen; opstapeling; opstopping; samenscholing; samenvoeging; stapel; stapelen; troep; verhogen; verstopping
amontonamiento accumulatie; massa; opeenhoping; ophoping; selectie; sortering; stel; verzameling bende; berg; hoop; opaarden; opeenhoping; ophopen; opstuwing; verhogen
banda groep van twee of meer; koppel; span; stel aantal personen bijeen; band; beestenboel; bende; bies; blaaskapel; boekdeel; broekband; clan; deel; drom; fanfare; fanfarekorps; geluidsniveau; gezelschap; gezichtsmasker; gordelriem; groep; groep jongeren; haarband; haarlint; harmonie; horde; kapel; koppelriem; kudde; lint; massa; muziekkorps; puinhoop; puinzooi; rommel; rotzooi; schaar; schare; sjerp; soepzootje; strook; tamboerkorps; troep; volant; volksmenigte; volume; zooi; zootje
colección accumulatie; groep van twee of meer; koppel; massa; opeenhoping; ophoping; selectie; sortering; span; stel; verzameling accumulatie; allegaartje; assortiment; bundel; collectie; compilatie; gedichtenverzameling; hoop; keur; keuze; mengelmoes; opeenhoping; opeenstapeling; ophoping; opstapeling; samenraapsel; schifting; selectie; sortering; sortiment; stapel; verzameling
compilación accumulatie; massa; opeenhoping; ophoping; selectie; sortering; stel; verzameling allegaartje; assemblage; assembleren; compilatie; mengelmoes; montage; opbouw; ordening; organisatie; samenraapsel; samenstelling; samenvoeging; structuur; systeem; verzamelband; verzamelbundel; verzameling; verzamelwerk
grupo accumulatie; groep van twee of meer; koppel; massa; opeenhoping; ophoping; selectie; sortering; span; stel; verzameling aantal personen bijeen; accumulatie; allegaartje; ambachtsgilde; bende; bond; club; cluster; distributiegroep; distributielijst; drom; factie; gezelschap; gilde; groep; groepering; hoop; horde; kudde; massa; mengelmoes; meute; opeenstapeling; opstapeling; orde; organisatie; pool; puinhoop; puinzooi; rommel; rotzooi; samenraapsel; samenscholing; schaar; schare; societiet; sociëteit; soos; stapel; troep; unie; vakgenootschap; vereniging; volksgroepering; zooi; zootje; zuil
montón accumulatie; massa; opeenhoping; ophoping; selectie; sortering; stel; verzameling aardig wat; allegaartje; berg; drom; grote hoeveelheid; heap; hoop; kluit; massa; mengelmoes; menigte; mensenmassa; mikmak; oploopje; overvloed; samenkomst; samenraapsel; scheplepel; stapeling; toeloop; troep
panda groep van twee of meer; koppel; span; stel
pandilla groep van twee of meer; koppel; span; stel vriendenkring
par koppel; paar; stel; stelletje gelijke; koppel; levenspaar; paar; weerga
pareja koppel; paar; stel; stelletje echtgenote; gemalin; koppel; levenspaar; paar; pendant; twee stuks; tweetal
selección accumulatie; massa; opeenhoping; ophoping; selectie; sortering; stel; verzameling assortiment; bloemlezing; collectie; keur; keuze; mogelijkheid om te kiezen; optie; schifting; selectie; sortering; sortiment; uitsplitsing; uitverkoring
yunta groep van twee of meer; koppel; span; stel bediende; jongmaat; knecht; leerknecht; maatje; pupil
- paar
Not SpecifiedRelated TranslationsOther Translations
compilación build

Related Words for "stel":


Synonyms for "stel":


Antonyms for "stel":


Related Definitions for "stel":

  1. twee bij elkaar1
    • die twee vrienden vormen een leuk stel1
  2. groep mensen of voorwerpen1
    • ik heb een stel boeken verkocht1

Wiktionary Translations for stel:


Cross Translation:
FromToVia
stel pareja couple — two partners
stel par; pareja pairedeux choses de même espèce, qui aller nécessairement ou ordinairement ensemble.

Related Translations for stellen