Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. vermoeien:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for vermoeien from Dutch to Spanish

vermoeien:

vermoeien verb (vermoei, vermoeit, vermoeide, vermoeiden, vermoeid)

  1. vermoeien (moe worden)
  2. vermoeien (moe maken; uitputten; slopen; afmatten)

Conjugations for vermoeien:

o.t.t.
  1. vermoei
  2. vermoeit
  3. vermoeit
  4. vermoeien
  5. vermoeien
  6. vermoeien
o.v.t.
  1. vermoeide
  2. vermoeide
  3. vermoeide
  4. vermoeiden
  5. vermoeiden
  6. vermoeiden
v.t.t.
  1. heb vermoeid
  2. hebt vermoeid
  3. heeft vermoeid
  4. hebben vermoeid
  5. hebben vermoeid
  6. hebben vermoeid
v.v.t.
  1. had vermoeid
  2. had vermoeid
  3. had vermoeid
  4. hadden vermoeid
  5. hadden vermoeid
  6. hadden vermoeid
o.t.t.t.
  1. zal vermoeien
  2. zult vermoeien
  3. zal vermoeien
  4. zullen vermoeien
  5. zullen vermoeien
  6. zullen vermoeien
o.v.t.t.
  1. zou vermoeien
  2. zou vermoeien
  3. zou vermoeien
  4. zouden vermoeien
  5. zouden vermoeien
  6. zouden vermoeien
diversen
  1. vermoei!
  2. vermoeit!
  3. vermoeid
  4. vermoeiend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

vermoeien [znw.] nomen

  1. vermoeien (afmatten; uitputten)
    el fatigar; el cansar

Translation Matrix for vermoeien:

NounRelated TranslationsOther Translations
cansar afmatten; uitputten; vermoeien
fatigar afmatten; uitputten; vermoeien
VerbRelated TranslationsOther Translations
aflojar afmatten; moe maken; slopen; uitputten; vermoeien aanlengen; dempen; matigen; ophoesten; temperen; terugdraaien; terugschroeven; verdunnen; verflauwen; verslappen; versnijden; verwateren; voor de dag komen met; vrijaf geven; vrijgeven; zich matigen
agotar afmatten; moe maken; slopen; uitputten; vermoeien afreizen; heengaan; opeten; opteren; opvreten; verdorsten; verdwijnen; verlaten; vreten; wegreizen; wegtrekken
cansar afmatten; moe maken; moe worden; slopen; uitputten; vermoeien vervelen
cansarse moe worden; vermoeien vermoeid raken
consumirse afmatten; moe maken; slopen; uitputten; vermoeien afrotten; hopen; opgebruiken; opkrijgen; opmaken; spinzen; van hoop vervuld zijn; verdorsten; verlangen
morir de sed afmatten; moe maken; slopen; uitputten; vermoeien

Wiktionary Translations for vermoeien:


Cross Translation:
FromToVia
vermoeien cansar weary — to make weary
vermoeien molestar; fastidiar; cansar; cargar; hartar ennuyer — Traductions à trier suivant le sens
vermoeien fastidiar; cansar; cargar; hartar fatigueraffaiblir par une trop grande dépense de force.
vermoeien fastidiar; cansar; cargar; hartar lasser — désuet|fr rendre las.