Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. uitkammen:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for uitkammen from Dutch to Spanish

uitkammen:

uitkammen verb (kam uit, kamt uit, kamde uit, kamden uit, uitgekamd)

  1. uitkammen (grondig doorzoeken)

Conjugations for uitkammen:

o.t.t.
  1. kam uit
  2. kamt uit
  3. kamt uit
  4. kammen uit
  5. kammen uit
  6. kammen uit
o.v.t.
  1. kamde uit
  2. kamde uit
  3. kamde uit
  4. kamden uit
  5. kamden uit
  6. kamden uit
v.t.t.
  1. heb uitgekamd
  2. hebt uitgekamd
  3. heeft uitgekamd
  4. hebben uitgekamd
  5. hebben uitgekamd
  6. hebben uitgekamd
v.v.t.
  1. had uitgekamd
  2. had uitgekamd
  3. had uitgekamd
  4. hadden uitgekamd
  5. hadden uitgekamd
  6. hadden uitgekamd
o.t.t.t.
  1. zal uitkammen
  2. zult uitkammen
  3. zal uitkammen
  4. zullen uitkammen
  5. zullen uitkammen
  6. zullen uitkammen
o.v.t.t.
  1. zou uitkammen
  2. zou uitkammen
  3. zou uitkammen
  4. zouden uitkammen
  5. zouden uitkammen
  6. zouden uitkammen
en verder
  1. ben uitgekamd
  2. bent uitgekamd
  3. is uitgekamd
  4. zijn uitgekamd
  5. zijn uitgekamd
  6. zijn uitgekamd
diversen
  1. kam uit!
  2. kamt uit!
  3. uitgekamd
  4. uitkammend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for uitkammen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
registrar detenidamente grondig doorzoeken; uitkammen

Wiktionary Translations for uitkammen:


Cross Translation:
FromToVia
uitkammen peinar comb — to search thoroughly as if raking over an area with a comb
uitkammen peinar peignerdémêler, arranger les cheveux, la barbe, avec un peigne.
uitkammen rastrillar râtelerramasser avec le râteau.