Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. coiffure:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for coiffure from Dutch to Spanish

coiffure:

coiffure [de ~] nomen

  1. de coiffure (haarsnit; coupe)
    el corte
  2. de coiffure (kapsel; frisuur)
    el peinado

Translation Matrix for coiffure:

NounRelated TranslationsOther Translations
corte coiffure; coupe; haarsnit binnenplaats; boterham; coupure; cour; doorsnee; gesnij; gevolg; grendel; hof; hofhouding; inkeping; inkerving; insnijding; jaap; keep; kerf; knip; knipje; ondereinde; onderkant; ontering; pasvorm; plak brood; salarisvermindering; schuif; sluitinrichting voor deur of raam; snede; snee; sneetje; snijvlak; snijwond; snit; uitsnede; uitsnijding; verlaging; vierhoek
peinado coiffure; frisuur; kapsel
ModifierRelated TranslationsOther Translations
peinado een kam hebbend; gekamd

Related Words for "coiffure":

  • coiffures

Wiktionary Translations for coiffure:


Cross Translation:
FromToVia
coiffure peinado coiffure — Manière dont on arrange les cheveux.