Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. afstuiten:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for afstuiten from Dutch to Spanish

afstuiten:

afstuiten [znw.] nomen

  1. afstuiten (ricocheren; afketsen; terugkaatsen)
    el rebotar

Translation Matrix for afstuiten:

NounRelated TranslationsOther Translations
rebotar afketsen; afstuiten; ricocheren; terugkaatsen
VerbRelated TranslationsOther Translations
rebotar afstuiten afketsen; afspatten; afspringen; afstoten; afvliegen; afwijzen; butsen; eraf duwen; kaatsen; ketsen; ricocheren; terugspringen; terugstuiten; weigeren

Wiktionary Translations for afstuiten:


Cross Translation:
FromToVia
afstuiten rebotar rebondir — Faire un ou plusieurs bonds.