Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. kif:
  2. Wiktionary:
Spanish to Dutch:   more detail...
  1. kif:
    The word kif exists in our database, but we currently do not have a translation from Spanish to Dutch.


Dutch

Detailed Translations for kif from Dutch to Spanish

kif:

kif [de ~] nomen

  1. de kif (afgunst; jaloezie; kinnesinne)
    la envidia; la persianas; el resentimiento; el estor; la cortinas

Translation Matrix for kif:

NounRelated TranslationsOther Translations
cortinas afgunst; jaloezie; kif; kinnesinne naijver
envidia afgunst; jaloezie; kif; kinnesinne naijver; nijd; ressentiment
estor afgunst; jaloezie; kif; kinnesinne naijver
persianas afgunst; jaloezie; kif; kinnesinne naijver; zonweringen
resentimiento afgunst; jaloezie; kif; kinnesinne gegriefdheid; haatdragendheid; knorrigheid; kregelheid; naijver; nijd; rancune; ressentiment; verbittering; verstoordheid; vete; vijandschap; wraaklust; wraakzucht; wrevel; wrok

Wiktionary Translations for kif:

kif
noun
  1. plantkunde|nld, (medisch, nld) wordt gemaakt van de bloemtoppen of zaaddoosjes van de vrouwelijke, onbevruchte hennepplant species|Cannabis sativa (variëteit indica) dat een hoog gehalte van de stof THC bevat en kan worden gebruikt als medicijn of genotmiddel



Spanish

Detailed Translations for kif from Spanish to Dutch

kif:


Synonyms for "kif":