Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. vervalsen:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for vervalsen from Dutch to Spanish

vervalsen:

vervalsen verb (vervals, vervalst, vervalste, vervalsten, vervalst)

  1. vervalsen (falsificeren; namaken; kopiëren; nabootsen)

Conjugations for vervalsen:

o.t.t.
  1. vervals
  2. vervalst
  3. vervalst
  4. vervalsen
  5. vervalsen
  6. vervalsen
o.v.t.
  1. vervalste
  2. vervalste
  3. vervalste
  4. vervalsten
  5. vervalsten
  6. vervalsten
v.t.t.
  1. heb vervalst
  2. hebt vervalst
  3. heeft vervalst
  4. hebben vervalst
  5. hebben vervalst
  6. hebben vervalst
v.v.t.
  1. had vervalst
  2. had vervalst
  3. had vervalst
  4. hadden vervalst
  5. hadden vervalst
  6. hadden vervalst
o.t.t.t.
  1. zal vervalsen
  2. zult vervalsen
  3. zal vervalsen
  4. zullen vervalsen
  5. zullen vervalsen
  6. zullen vervalsen
o.v.t.t.
  1. zou vervalsen
  2. zou vervalsen
  3. zou vervalsen
  4. zouden vervalsen
  5. zouden vervalsen
  6. zouden vervalsen
diversen
  1. vervals!
  2. vervalst!
  3. vervalst
  4. vervalsend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for vervalsen:

NounRelated TranslationsOther Translations
copiar afkijken; overkalken; overschrijven; overtrekken; spieken
imitar naäperij
VerbRelated TranslationsOther Translations
contrahacer falsificeren; kopiëren; nabootsen; namaken; vervalsen
copiar falsificeren; kopiëren; nabootsen; namaken; vervalsen kopie trekken; kopiëren; met pen overtekenen; nabootsen; namaken; natekenen; naäpen; overschrijven; overtrekken; prenten
falsear falsificeren; kopiëren; nabootsen; namaken; vervalsen
falsificar falsificeren; kopiëren; nabootsen; namaken; vervalsen
imitar falsificeren; kopiëren; nabootsen; namaken; vervalsen kopiëren; nabootsen; namaken; naäpen; uitbeelden; verbeelden; verpersonificeren; vertolken

Wiktionary Translations for vervalsen:

vervalsen
verb
  1. een bedrieglijke kopie van iets waardevol maken

Cross Translation:
FromToVia
vervalsen falsificar; contrahacer counterfeit — To produce something that appears to be official or valid
vervalsen distorsionar distort — to give false account of
vervalsen falsificar forge — to create a forgery of
vervalsen manipular; trucar rig — to manipulate something dishonestly
vervalsen falsear; falsificar falsifieraltérer une substance, un document, etc. dans le but de tromper en le faisant passer comme authentique.
vervalsen falsear; falsificar fausser — Rendre faux, déformer la réalité, la vérité ou l'exactitude de quelque chose. (Sens général).