Summary
Dutch
Detailed Translations for schepsel from Dutch to Spanish
schepsel:
-
het schepsel (creatuur)
Translation Matrix for schepsel:
Noun | Related Translations | Other Translations |
criatura | creatuur; schepsel | dreumes; hummel; klein kind; kleintje; peuter; uk; wicht; worm; wurm |
ser | creatuur; schepsel | |
sujeto | creatuur; schepsel | onderwerp; onderwerp van een zin; subject; thema; thema van een boek |
tipo | creatuur; schepsel | drukletter; eenling; enkeling; fatje; figuur; gast; gedaante; genre; gestalte; goser; gozer; heertje; iemand; individu; kerel; knakker; knul; man; mens; mensenkind; openbare publicatie; personage; persoon; postuur; publicatie; publikatie; slag; snuiter; soort; type; uitgave; uitgifte; vent; vogel; vorm; wezen; zetletter |
Verb | Related Translations | Other Translations |
ser | bestaan; existeren; leven; zijn | |
Modifier | Related Translations | Other Translations |
sujeto | vastgemaakt |
Related Words for "schepsel":
Wiktionary Translations for schepsel:
External Machine Translations: