Noun | Related Translations | Other Translations |
acción
|
beweging; gebaar; geste; lichaamsbeweging
|
aandeel; actie; ageren; aktie; bijdrage; daad; gang; grote daad; handelen; handeling; inbreng; invloed; kampanje; macht; prestatie; scheepskampanje; snelheid; spoed; tempo; vaart; vennootsaandeel; vennootschapsaandeel; verrichting; werken; werking
|
ademán
|
gebaar; geste
|
groet; handgebaar
|
conducta
|
beweging; gebaar; lichaamsbeweging
|
doorgang; doorloop; gang; gangpad; gedrag; gedragswijze; handelwijze; manier; optreden; passage
|
ejercicio
|
beweging; gebaar; lichaamsbeweging
|
boekingsperiode; boekperiode; financiële-administratieperiode; fiscaal jaar; leeroefening; oefening; oefenstuk; opgave; sloepenrol; studie; vaardigheidsoefening
|
gesto
|
gebaar; geste; penbeweging
|
aanwijzing; blik; grijns; grijnslach; grimas; metaal; sneer; tin; tip; vingerwenk; vingerwijzing; wenk
|
marcha
|
beweging; gebaar; lichaamsbeweging
|
actie; beloop; ceremonie; doorgang; doorloop; doping; gang; gangpad; gehaastheid; gezwindheid; haast; haastigheid; heengaan; ijl; omhaal; opmars; optocht; overijling; passage; pep; pepmiddel; plechtigheid; plichtpleging; processie; protestbijeenkomst; publieke betoging; rapheid; rapiditeit; rijsnelheid; ronde; schielijkheid; snelheid; spoed; staatsie; stoet; tempo; tournee; vaart; vertrekken; vliegreis; vliegtocht; vlotheid; vlucht; vlugheid; voortgang; wandelsport
|
muestra
|
gebaar; geste
|
bewijs; blijk; demonstratie; exemplaar; herkenningsteken; laten zien; sample; teken
|
pasadizo
|
beweging; gebaar; lichaamsbeweging
|
doorgang; doorloop; gang; gangpad; passage
|
proceder
|
gebaar; geste
|
|
rebosamiento
|
beweging; gebaar; lichaamsbeweging
|
buitensporigheid; exces; gang; overdaad; overmaat; overvloed; snelheid; spoed; surplus; tempo; teveel; vaart
|
seña
|
gebaar; geste
|
aanwijzing; knipoog; oogwenk; sein; seintje; teken; tip; vingerwenk; vingerwijzing; wenk; wijzer
|
señal
|
gebaar; geste
|
aanbetaling; aanwijzing; eigenschap; herkenningsteken; indicatie; karakterisering; karakteristiek; kenmerk; sein; signaal; symptoom; teken; tip; typering; vingerwenk; vingerwijzing; wenk
|
signo
|
gebaar; geste
|
bewijs; blijk; herkenningsteken; sein; signaal; teken; wenk
|
traslado
|
beweging; gebaar; lichaamsbeweging
|
falsificatie; migratie; overboeking; overmaking; overplaatsing; overschrijving; overslag; respijt; uitstel; verhuizing; verlegging; verplaatsing; verruiling; vervalsing; verzetting; wisseling
|
Verb | Related Translations | Other Translations |
proceder
|
|
handelen; leven; manipuleren; ontspringen; ontspruiten; ontstaan uit; opereren; optreden; procederen; te werk gaan; uitbotten; uitkomen; uitlopen; voortkomen uit; werken
|
Not Specified | Related Translations | Other Translations |
acción
|
|
actie
|