Noun | Related Translations | Other Translations |
absolución
|
absolutie; amnestie; begenadiging; genade; gratie; kwijtschelding; pardon; vrijlating
|
vrijspraak
|
amnistía
|
amnestie; kwijtschelding; vrijlating
|
invrijheidstelling; loslating; vrijlating
|
clemencia
|
begenadiging; genade; gratie; kwijtschelding; pardon
|
barmhartigheid; clementie; compassie; genade; goedertierenheid; goedheid; goedmoedigheid; mededogen; mildheid; pardon; toegevendheid; vergeving; vergevingsgezindheid; vergiffenis; verschoning; welwillendheid
|
dispensa
|
begenadiging; genade; gratie; kwijtschelding; pardon
|
barmhartigheid; genade; mededogen; pardon; vergeving; vergiffenis; verschoning
|
exoneración
|
absolutie; amnestie; kwijtschelding; pardon; vrijlating
|
ontslaan van werknemers; ontslag; uitstoot
|
gracia
|
begenadiging; genade; gratie; kwijtschelding; pardon
|
aanlokkelijkheid; aantrekkelijkheid; aantrekkingskracht; aardigheid; bekoorlijkheid; bekoring; betovering; bevalligheid; cadeautje; charme; elegantie; fascinatie; gein; genade; goedertierenheid; gratie; innemendheid; jolijt; keet; leut; lol; plezier; pret; weldaad
|
indulto
|
begenadiging; genade; gratie; kwijtschelding; pardon
|
barmhartigheid; genade; mededogen; vergevingsgezindheid
|
liberación
|
amnestie; kwijtschelding; vrijlating
|
beschikbaarmaken; bevrijden; bevrijding; disponibel maken; invrijheidstelling; loslaten; loslating; ontvangstbewijs; ontzet; ontzetting; redding; reçu; verlossing; vrijlating; vrijmaking
|
merced
|
begenadiging; genade; gratie; kwijtschelding; pardon
|
barmhartigheid; genade; mededogen; pardon; vergeving; vergiffenis; verschoning
|
perdón
|
absolutie; amnestie; begenadiging; genade; gratie; kwijtschelding; pardon; vrijlating
|
genade; pardon; sorry; vergeving; vergiffenis; verschoning
|
puesta en libertad
|
amnestie; kwijtschelding; vrijlating
|
bevrijding; invrijheidstelling; loslating; ontzetting; redding; verlossing; vrijlating; vrijmaking
|
Modifier | Related Translations | Other Translations |
perdón
|
|
pardon; sorry
|