Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. pensioen:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for pensioen from Dutch to Spanish

pensioen:

pensioen [het ~] nomen

  1. het pensioen
    la jubilación; la pensión

Translation Matrix for pensioen:

NounRelated TranslationsOther Translations
jubilación pensioen a.o.w.-uitkering; jaargeld; ouderdomspensioen
pensión pensioen a.o.w.-uitkering; herberg; hotel; jaargeld; kostgeld; kosthuis; pension

Related Words for "pensioen":

  • pensioenen, pensioentje, pensioentjes

Wiktionary Translations for pensioen:

pensioen
noun
  1. loon uitgesteld tot de tijd dat men niet langer actief is op de arbeidsmarkt

Cross Translation:
FromToVia
pensioen pensión Rente — Altersruhegeld für Arbeiter und Angestellte
pensioen pensión Ruhegeld — eine Rente für Arbeiter und Angestellte
pensioen pensión pension — regular payment due to a person in consideration of past services
pensioen pensión; retiro retraite — Pension perçue après s’être retiré de la vie active