Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. veredelen:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for veredelen from Dutch to Spanish

veredelen:

veredelen verb (veredel, veredelt, veredelde, veredelden, veredeld)

  1. veredelen (verfijnen)

Conjugations for veredelen:

o.t.t.
  1. veredel
  2. veredelt
  3. veredelt
  4. veredelen
  5. veredelen
  6. veredelen
o.v.t.
  1. veredelde
  2. veredelde
  3. veredelde
  4. veredelden
  5. veredelden
  6. veredelden
v.t.t.
  1. heb veredeld
  2. hebt veredeld
  3. heeft veredeld
  4. hebben veredeld
  5. hebben veredeld
  6. hebben veredeld
v.v.t.
  1. had veredeld
  2. had veredeld
  3. had veredeld
  4. hadden veredeld
  5. hadden veredeld
  6. hadden veredeld
o.t.t.t.
  1. zal veredelen
  2. zult veredelen
  3. zal veredelen
  4. zullen veredelen
  5. zullen veredelen
  6. zullen veredelen
o.v.t.t.
  1. zou veredelen
  2. zou veredelen
  3. zou veredelen
  4. zouden veredelen
  5. zouden veredelen
  6. zouden veredelen
diversen
  1. veredel!
  2. veredelt!
  3. veredeld
  4. veredelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for veredelen:

NounRelated TranslationsOther Translations
mejorar verbeteren
VerbRelated TranslationsOther Translations
afinar veredelen; verfijnen
mejorar veredelen; verfijnen beter worden; beteren; bijwerken; corrigeren; goed gaan; goedmaken; herstellen; herzien; het goed maken; leven beteren; opkalefateren; opknappen; oplappen; opvijzelen; progressie maken; renoveren; repareren; restaureren; verbeteren; vooruitbrengen; vooruitgang boeken
perfeccionar veredelen; verfijnen beteren; bijleren; bijschaven; bijwerken; compleet maken; completeren; corrigeren; effenen; egaliseren; gelijkmaken; gladmaken; goedmaken; herstellen; herzien; leven beteren; perfectioneren; renoveren; repareren; verbeteren; vervolledigen; volledig maken
refinar veredelen; verfijnen bijleren; bijschaven; effenen; egaliseren; gelijkmaken; gladmaken; kapot maken; perfectioneren; raffineren; slechten

Wiktionary Translations for veredelen:

veredelen
verb
  1. edeler maken, verfijnen

Cross Translation:
FromToVia
veredelen adelantar; mejorar; abonar amendercorriger, améliorer, rendre meilleur.
veredelen mejorar; adelantar améliorerrendre meilleur.
veredelen reformar; adelantar; mejorar; libertar; poner en libertad réformerrétablir dans l’ancienne forme ; donner une meilleure forme à une chose ; la corriger, la rectifier, soit ajouter, soit retrancher.