Summary
Dutch to Spanish: more detail...
- belangstelling:
-
Wiktionary:
- belangstelling → interés
- belangstelling → interés, provecho, ventaja, importancia
Dutch
Detailed Translations for belangstelling from Dutch to Spanish
belangstelling:
-
de belangstelling (interesse; aandacht)
-
de belangstelling (geboeidheid; interesse; animo; zin; fascinatie)
Translation Matrix for belangstelling:
Noun | Related Translations | Other Translations |
entusiasmo | animo; belangstelling; fascinatie; geboeidheid; interesse; zin | aandrift; betovering; bevlogenheid; bezieling; daadkracht; elan; energie; enthousiasme; esprit; extase; fut; gedrevenheid; geestdrift; geestvervoering; gloed; ijver; ijverigheid; kracht; krachtdadigheid; momentum; naarstigheid; nijverheid; noestigheid; opgetogenheid; pit; puf; trance; uitbundigheid; uitgelatenheid; verrukking; vervoering; vlam; vlijt; vlijtigheid; voortvarendheid; vuur; werklust; werkzaamheid |
fascinación | animo; belangstelling; fascinatie; geboeidheid; interesse; zin | aanlokkelijkheid; aantrekkelijkheid; aantrekking; bekoorlijkheid; bekoring; betovering; extase; fascinatie; geestvervoering; trance; verrukking; vervoering |
interés | aandacht; animo; belangstelling; fascinatie; geboeidheid; interesse; zin | aandrift; aangaan; belang; betreffen; daadkracht; energie; esprit; fut; gewichtigheid; kracht; momentum; nut; nuttigheid; puf; rente; waarde; werklust |
Synonyms for "belangstelling":
Related Definitions for "belangstelling":
Wiktionary Translations for belangstelling:
belangstelling
Cross Translation:
noun
-
bereidheid en verlangen aandacht aan iets te schenken
- belangstelling → interés
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• belangstelling | → interés | ↔ concern — that which affects one's welfare or happiness |
• belangstelling | → interés | ↔ interest — attention that is given to or received from someone or something |
• belangstelling | → provecho; ventaja; interés; importancia | ↔ intérêt — Ce qui importer, ce qui convient, en quelque manière que ce soit, à l’utilité, à l’avantage d’une personne ou d’une collectivité, d’un individu ou d’une personne morale, en ce qui concerner soit leur bien physique et matériel, soit leur bien |