Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. steunpunt:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for steunpunt from Dutch to Spanish

steunpunt:

steunpunt [het ~] nomen

  1. het steunpunt (steunstation)
    el punto clave; el punto base; el fondo; la base; el fundamentos; el basamento

Translation Matrix for steunpunt:

NounRelated TranslationsOther Translations
basamento steunpunt; steunstation basis; basislijn; beginsel; fundament; fundering; gewelf; grondgedachte; grondlijn; grondslag; grondstelling; grondvlak; kelder; onderstuk; principe; uitgangspunt; uitgangsvorm; veronderstelling; vertrekpunt
base steunpunt; steunstation achterban; akker; base; basis; basisbeginsel; basislijn; beginsel; bouwland; eerste laag verf; fundament; fundering; grond; grondbeginsel; grondbegrip; grondgedachte; grondlaag; grondlijn; grondmuur; grondregel; grondslag; grondstelling; grondverf; grondvlak; hoeksteen; honk; ondergrond; onderlaag; onderstuk; principe; startpunt; thuisbasis; uitgangspunt; uitgangsvorm; veld; veronderstelling; vertrekpunt; woonplaats
fondo steunpunt; steunstation achtergrond; achtergrondpagina; achterplaats; basis; basislijn; beginsel; dieptepunt; diepterecord; fundament; fundering; grondgedachte; grondlaag; grondlijn; grondslag; grondstelling; grondvlak; laagtepunt; laagterecord; ondergrond; onderlaag; onderstuk; principe; uitgangspunt; uitgangsvorm; veronderstelling; vertrekpunt
fundamentos steunpunt; steunstation bases; fundamenten; grondslagen; grondvlak; onderbouwsels; onderstuk
punto base steunpunt; steunstation
punto clave steunpunt; steunstation breekpunt
Not SpecifiedRelated TranslationsOther Translations
base houder

Related Words for "steunpunt":


Wiktionary Translations for steunpunt:

steunpunt
noun
  1. bouwkunde|nld punt waarop iets kan steunen

Cross Translation:
FromToVia
steunpunt fulcro; punto de apoyo; pivote fulcrum — support about which a lever pivots