Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. droge:
  2. droog:
  3. Wiktionary:
Spanish to Dutch:   more detail...
  1. drogarse:


Dutch

Detailed Translations for droge from Dutch to Spanish

droge:

droge adj

  1. droge
    seco

droge [het ~] nomen

  1. het droge
    la tierra

Translation Matrix for droge:

NounRelated TranslationsOther Translations
tierra droge aarde; aardkorst; akker; bodem; bodemoppervlak; bouwland; compost; grond; land; landmassa; landschap; pootaarde; stadswal; teelaarde; veld; veste; vloer; wereld
ModifierRelated TranslationsOther Translations
seco droge bits; bruusk; dor; droog; kattig; kortaf; nors; onvriendelijk; onzacht; opgedroogd; pinnig; snauwerig; snibbig; spinnig; verdord; vinnig

Related Words for "droge":


Wiktionary Translations for droge:


Cross Translation:
FromToVia
droge seco dry — free from liquid or moisture

droog:

droog adj

  1. droog (verdord; dor)
    seco; árido
  2. droog (schraal; schriel)

Translation Matrix for droog:

ModifierRelated TranslationsOther Translations
enjuto droog; schraal; schriel dun; geen vet op de botten hebbende; iel; luttel; mager; schraal; schriel; weinig
escaso droog; schraal; schriel arm; armetierig; berooid; bleekjes; dun; geen vet op de botten hebbende; iel; in geringe mate; klein; luttel; mager; nabije; pips; pover; schaars; schraal; schriel; slap; slapjes; wee; weinig; zeldzaam; ziekelijk; zwak
exiguo droog; schraal; schriel arm; bekaaid; dor; dun; er bekaaid afkomen; geen vet op de botten hebbende; gierig; iel; inferieur; inhalig; krenterig; luttel; mager; minderwaardig; ondermaats; ondeugdelijk; pover; schamel; schraal; schraperig; schriel; slecht; tweederangs; vrekkig; weinig; zwak
flaco droog; schraal; schriel berooid; broodmager; dor; dun; fijn; fijngebouwd; geen vet op de botten hebbende; iel; karig; lang en dun; mager; piekerig; pover; rank; schraal; schriel; slank; spichtig; spinachtig; sprieterig; sprietig; tenger; uitgemergeld; uitgeteerd
reseco droog; schraal; schriel dor; kurkdroog; schraal; uitgedroogd
seco dor; droog; verdord bits; bruusk; droge; kattig; kortaf; nors; onvriendelijk; onzacht; opgedroogd; pinnig; snauwerig; snibbig; spinnig; vinnig
árido dor; droog; schraal; schriel; verdord bitter teleurgesteld; dor; felle; onderdrukt; opgekropt; schraal; verbeten; verbitterd; verkropt

Related Words for "droog":


Antonyms for "droog":


Related Definitions for "droog":

  1. niet zoet van smaak1
    • dit is een droge wijn1
  2. wie grappige dingen op een serieuze manier zegt1
    • Nejdat maakte een droge opmerking1
  3. zonder vloeistof1
    • de was is droog1

Wiktionary Translations for droog:

droog
adjective
  1. geen of zeer weinig vocht bevattend.

Cross Translation:
FromToVia
droog severo austere — grim, stern, strict
droog seco dry — free from liquid or moisture
droog reseco parched — dry

External Machine Translations:


Spanish

Detailed Translations for droge from Spanish to Dutch

droge form of drogarse:

drogarse verb

  1. drogarse (consumir de drogas; usar; consumir)
    gebruiken; drugs consumeren

Conjugations for drogarse:

presente
  1. me drogo
  2. te drogas
  3. se droga
  4. nos drogamos
  5. os drogáis
  6. se drogan
imperfecto
  1. me drogaba
  2. te drogabas
  3. se drogaba
  4. nos drogábamos
  5. os drogabais
  6. se drogaban
indefinido
  1. me drogé
  2. te drogaste
  3. se drogó
  4. nos drogamos
  5. os drogasteis
  6. se drogaron
fut. de ind.
  1. me drogaré
  2. te drogarás
  3. se drogará
  4. nos drogaremos
  5. os drogaréis
  6. se drogarán
condic.
  1. me drogaría
  2. te drogarías
  3. se drogaría
  4. nos drogaríamos
  5. os drogaríais
  6. se drogarían
pres. de subj.
  1. que me droge
  2. que te droges
  3. que se droge
  4. que nos drogemos
  5. que os drogéis
  6. que se drogen
imp. de subj.
  1. que me drogara
  2. que te drogaras
  3. que se drogara
  4. que nos drogáramos
  5. que os drogarais
  6. que se drogaran
miscelánea
  1. ¡drogate!
  2. ¡drogaos!
  3. ¡no te droges!
  4. ¡no os drogéis!
  5. drogado
  6. drogándose
1. yo, 2. tú, 3. él/ella/usted, 4. nosotros/nosotras, 5. vosotros/vosotras, 6. ellos/ellas/ustedes

Translation Matrix for drogarse:

NounRelated TranslationsOther Translations
gebruiken costumbre; costumbres; hábitos; usanzas; uso; usos
VerbRelated TranslationsOther Translations
drugs consumeren consumir; consumir de drogas; drogarse; usar
gebruiken consumir; consumir de drogas; drogarse; usar administrar; aplicar; apostar; aprovechar; cenar; comenzar; comer; comerse; consumir; consumir drogas; ejercer; emplear; gastar; hacer uso de; implementar; iniciar; insertar; introducir; invertir; jugarse; poner; servirse de; tomar; tomar drogas; tomar en uso; usar; usar drogas; utilizar

Synonyms for "drogarse":


External Machine Translations: