Summary
Dutch
Detailed Translations for uitwringen from Dutch to Spanish
uitwringen:
-
uitwringen (wringen)
Conjugations for uitwringen:
o.t.t.
- wring uit
- wringt uit
- wringt uit
- wringen uit
- wringen uit
- wringen uit
o.v.t.
- wrong uit
- wrong uit
- wrong uit
- wrongen uit
- wrongen uit
- wrongen uit
v.t.t.
- heb uitgewrongen
- hebt uitgewrongen
- heeft uitgewrongen
- hebben uitgewrongen
- hebben uitgewrongen
- hebben uitgewrongen
v.v.t.
- had uitgewrongen
- had uitgewrongen
- had uitgewrongen
- hadden uitgewrongen
- hadden uitgewrongen
- hadden uitgewrongen
o.t.t.t.
- zal uitwringen
- zult uitwringen
- zal uitwringen
- zullen uitwringen
- zullen uitwringen
- zullen uitwringen
o.v.t.t.
- zou uitwringen
- zou uitwringen
- zou uitwringen
- zouden uitwringen
- zouden uitwringen
- zouden uitwringen
en verder
- ben uitgewrongen
- bent uitgewrongen
- is uitgewrongen
- zijn uitgewrongen
- zijn uitgewrongen
- zijn uitgewrongen
diversen
- wring uit!
- wringt uit!
- uitgewrongen
- uitwringend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for uitwringen:
Noun | Related Translations | Other Translations |
escurrir | afdruipen; afdruppelen; uitdruipen; uitdruppelen | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
escurrir | uitwringen; wringen | afgieten; droppen; druipen; druppelen; druppels laten vallen; druppen; klemmen; knellen; met iemand worstelen; omklemmen; worstelen |
retorcer | uitwringen; wringen | klemmen; knellen; met iemand worstelen; omklemmen; verwringen; worstelen; wriggelen; wrikken |
Wiktionary Translations for uitwringen:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• uitwringen | → exprimir; retorcer; escurrir | ↔ wring — to squeeze or twist tightly so that liquid is forced out |