Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. zitting:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for zitting from Dutch to Spanish

zitting:

zitting [de ~ (v)] nomen

  1. de zitting (samenkomst; vergadering; manifestatie; bijeenkomst)
    la reunión; la conferencia; el encuentro; la conjunción; el asiento; la asamblea; la junta; la manifestación; el congreso

Translation Matrix for zitting:

NounRelated TranslationsOther Translations
asamblea bijeenkomst; manifestatie; samenkomst; vergadering; zitting assemblee; bijeenkomst; congres
asiento bijeenkomst; manifestatie; samenkomst; vergadering; zitting bank; bezinksel; boeking; boekstuk; bril; crapaud; dik; drab; droesem; fauteuil; gestoelte; grondsop; inschrijving; locatie; luie stoel; makkelijke stoel; moer; plaats; plek; stoel; troon; zetel; zetsel; zitbank; zitplaats
conferencia bijeenkomst; manifestatie; samenkomst; vergadering; zitting beraadslaging; conferentie; declamatie; declamering; inleiding; introductie; leesbeurt; lezing; overleg; proloog; recital; rede; redevoering; samenkomst; speech; spreekbeurt; toespraak; vergadering; versvoordracht; voorbericht; voordracht; voorlezing; voorwoord
congreso bijeenkomst; manifestatie; samenkomst; vergadering; zitting bijeenkomst; congres
conjunción bijeenkomst; manifestatie; samenkomst; vergadering; zitting koppelwoord; voegwoord
encuentro bijeenkomst; manifestatie; samenkomst; vergadering; zitting concours; ontmoeting; partij; pot; strijd; treffen; wedstrijd
junta bijeenkomst; manifestatie; samenkomst; vergadering; zitting bijeenkomst; congres; las; naad; pakking; samenvoeging; tussenstuk; tussenvoegsel; tussenzetsel; verbinding; voeg
manifestación bijeenkomst; manifestatie; samenkomst; vergadering; zitting afkondiging; bekendmaking; betoging; demonstratie; het uitspreken; laten zien; manifestatie; onthulling; openbaarmaking; openbare publicatie; proclamatie; publicatie; uiting; uitspraak
reunión bijeenkomst; manifestatie; samenkomst; vergadering; zitting Webvergadering; bijeenkomst; bond; broederschap; congres; genootschap; hereniging; reunie; samenzijn; sociëteit; soos; vereniging; vergadering; weerzien

Related Words for "zitting":

  • zittingen

Related Definitions for "zitting":

  1. gedeelte van stoel waar je op zit1
    • de zitting van deze stoel is kapot1
  2. vergadering van de rechtbank1
    • op de zitting vandaag kan hij zich verdedigen1

Wiktionary Translations for zitting:


Cross Translation:
FromToVia
zitting reunión meeting — gathering for a purpose
zitting sesión session — meeting of a body to conduct business