Summary
Dutch to Spanish: more detail...
-
vlam:
- ardor; brío; garbo; ímpetu; entusiasmo
- vlammen:
-
Wiktionary:
- vlam → llama
- vlam → flama, llama, encaprichamiento
Dutch
Detailed Translations for vlam from Dutch to Spanish
vlam:
Translation Matrix for vlam:
Related Words for "vlam":
Related Definitions for "vlam":
Wiktionary Translations for vlam:
vlam
Cross Translation:
noun
-
kleinste vorm van vuur
- vlam → llama
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• vlam | → flama; llama | ↔ flame — visible part of fire |
• vlam | → encaprichamiento | ↔ infatuation — An unreasoning love or attraction |
vlam form of vlammen:
-
vlammen (flakkeren; flikkeren)
-
vlammen (vlammen uitslaan)
Conjugations for vlammen:
o.t.t.
- vlam
- vlamt
- vlamt
- vlammen
- vlammen
- vlammen
o.v.t.
- vlamde
- vlamde
- vlamde
- vlamden
- vlamden
- vlamden
v.t.t.
- heb gevlamd
- hebt gevlamd
- heeft gevlamd
- hebben gevlamd
- hebben gevlamd
- hebben gevlamd
v.v.t.
- had gevlamd
- had gevlamd
- had gevlamd
- hadden gevlamd
- hadden gevlamd
- hadden gevlamd
o.t.t.t.
- zal vlammen
- zult vlammen
- zal vlammen
- zullen vlammen
- zullen vlammen
- zullen vlammen
o.v.t.t.
- zou vlammen
- zou vlammen
- zou vlammen
- zouden vlammen
- zouden vlammen
- zouden vlammen
diversen
- vlam!
- vlamt!
- gevlamd
- vlammend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for vlammen:
Noun | Related Translations | Other Translations |
arder | branden | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
arder | vlammen; vlammen uitslaan | blakeren; blozen; branden; gloeien; kleuren; laaien; rood worden; verschroeien; verzengen; zengen |
hacer fuego | vlammen; vlammen uitslaan | afschieten; afvuren; laaien; schieten; schoten lossen; vuren |
llamear | vlammen; vlammen uitslaan | laaien; oplaaien; opvlammen |
oscilar | flakkeren; flikkeren; vlammen | deinen; golven; heen en weer zwaaien; laaien; oscilleren; rondslingeren; slingeren; slippen; uitglijden; wiegelen; zwaaien; zwenken |