Noun | Related Translations | Other Translations |
ampliación
|
aanvulling; expansie; groei; toename; uitbreiding; uitzetting; vergroting
|
aanbouw; expansie; gezwel; groei; het groter worden; knobbel; schaalvergroting; tumor; uitbouw; uitbreiding; uitvergroting; uitzetten; vergroting; wijd worden
|
aumento
|
aanvulling; expansie; groei; toename; uitbreiding; uitzetting; vergroting
|
aangroei; aanwas; aanwinst; bijbetaling; cumuleren; expansie; gezwel; groei; groter worden; klimmen; knobbel; omhoogkomen; opaarden; opeenhopen; ophopen; opstapelen; opstijgen; stapelen; stijgen; stijging; toename; toename voorraad; toeneming; tumor; uitbreiding; uitvergroting; vergroting; verhogen; verhogen van de waarde; verhoging; vermedevuldigen; vermeerdering; versterking
|
engrandecimiento
|
aanvulling; expansie; groei; toename; uitbreiding; uitzetting; vergroting
|
aanbouw; uitbouw
|
ensanche
|
aanvulling; expansie; groei; toename; uitbreiding; uitzetting; vergroting
|
aanbouw; uitbouw
|
expansión
|
aanvulling; expansie; groei; toename; uitbreiding; uitzetting; vergroting
|
aanbouw; aangroei; aanwas; aanwinst; expansie; explosie; groei; groter worden; stijging; toename; toeneming; uitbouw; uitbreiding; uitlegging; uitspreiding; uitwijzing; verbreiding; verhoging; vermedevuldigen; vermeerdering; versterking
|
Other | Related Translations | Other Translations |
aumento
|
|
sprong; stijging
|