Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. maîtresse:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for maîtresse from Dutch to Spanish

maîtresse:

maîtresse [de ~ (v)] nomen

  1. de maîtresse
    la amante

Translation Matrix for maîtresse:

NounRelated TranslationsOther Translations
amante maîtresse aanbidder; beminde; duifje; geliefde; gezel; gezellin; hartje; hartsvriendin; kameraadje; liefhebber; liefje; liefste; lieve; maatje; minnaar; minnares; partner; poepje; schat; schatje; schattebout; scheetje; snoes; vriendin; vrijer

Related Words for "maîtresse":

  • maîtresses

Wiktionary Translations for maîtresse:

maîtresse
noun
  1. een vrouw die een relatie heeft met een getrouwde man