Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. baanbreker:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for baanbreker from Dutch to Spanish

baanbreker:

baanbreker [de ~ (m)] nomen

  1. de baanbreker (pionier; voortrekker; wegbereider)
    el pionero; el innovador; el precursor

Translation Matrix for baanbreker:

NounRelated TranslationsOther Translations
innovador baanbreker; pionier; voortrekker; wegbereider
pionero baanbreker; pionier; voortrekker; wegbereider
precursor baanbreker; pionier; voortrekker; wegbereider aankondiger; aanwijzing; verkondiger; voorbode; voorganger; voorloper; voorteken
ModifierRelated TranslationsOther Translations
innovador baanbrekend; innoverend; revolutionair; vernieuwend

Related Words for "baanbreker":

  • baanbrekers

Wiktionary Translations for baanbreker:

baanbreker
noun
  1. figuurlijk, iemand die nieuwe wegen...
  2. geniesoldaat

Cross Translation:
FromToVia
baanbreker gastador; colonizador; vanguardista pionnier — (histoire) militaire|nocat=1 soldat appartenant à une section spécialisée dans les travaux de construction, de terrassement ou de manutention.