Summary
Dutch
Detailed Translations for stress from Dutch to Spanish
stress:
-
de stress
Translation Matrix for stress:
Noun | Related Translations | Other Translations |
agitación | stress | agitatie; beroering; deining; drukte; gedoe; gedraaf; gedrang; gehaast; geharrewar; gehol; gejaag; gejaagdheid; gejacht; gejakker; gewoel; herrie; kabaal; lawaai; leven; omhaal; ongedurigheid; onrust; onrustigheid; ophef; oproer; opruiing; opschudding; opstand; opstootje; opzien; rel; rep; roerigheid; rumoer; schommeling; sensatie; spektakel; toeloop; toevloed; turbulentie; verwarring; volksoproer; vuistgevecht; werveling; wiegeling; zeegang |
estrés | stress | |
tensión | stress | concentratie; gespannen toestand; gespannenheid; ingespannenheid; nervositeit; spanning; strakheid; zenuwachtigheid |