Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. schaaf:
  2. schaven:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for schaaf from Dutch to Spanish

schaaf:

schaaf [de ~] nomen

  1. de schaaf
    el rallador; la cortalonchas

Translation Matrix for schaaf:

NounRelated TranslationsOther Translations
cortalonchas schaaf
rallador schaaf rasp

Related Words for "schaaf":


Wiktionary Translations for schaaf:


Cross Translation:
FromToVia
schaaf cepillo plane — a tool
schaaf cepillo rabot — Traductions à trier suivant le sens

schaven:

schaven verb (schaaf, schaaft, schaafte, schaaften, geschaafd)

  1. schaven (raspen; schuren)
    raspar; rallar

Conjugations for schaven:

o.t.t.
  1. schaaf
  2. schaaft
  3. schaaft
  4. schaven
  5. schaven
  6. schaven
o.v.t.
  1. schaafte
  2. schaafte
  3. schaafte
  4. schaaften
  5. schaaften
  6. schaaften
v.t.t.
  1. heb geschaafd
  2. hebt geschaafd
  3. heeft geschaafd
  4. hebben geschaafd
  5. hebben geschaafd
  6. hebben geschaafd
v.v.t.
  1. had geschaafd
  2. had geschaafd
  3. had geschaafd
  4. hadden geschaafd
  5. hadden geschaafd
  6. hadden geschaafd
o.t.t.t.
  1. zal schaven
  2. zult schaven
  3. zal schaven
  4. zullen schaven
  5. zullen schaven
  6. zullen schaven
o.v.t.t.
  1. zou schaven
  2. zou schaven
  3. zou schaven
  4. zouden schaven
  5. zouden schaven
  6. zouden schaven
en verder
  1. ben geschaafd
  2. bent geschaafd
  3. is geschaafd
  4. zijn geschaafd
  5. zijn geschaafd
  6. zijn geschaafd
diversen
  1. schaaf!
  2. schaaft!
  3. geschaafd
  4. schavende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for schaven:

NounRelated TranslationsOther Translations
raspar krabsel
VerbRelated TranslationsOther Translations
rallar raspen; schaven; schuren
raspar raspen; schaven; schuren afkrabben; afschrappen; schrapen; schrappen; te niet doen; wegkrabben

Related Words for "schaven":


Related Definitions for "schaven":

  1. het glad maken door er een dun laagje af te halen1
    • ik schaafde de plank glad1
  2. slechte onderdelen verbeteren1
    • je moet nog wat schaven aan je uitspraak1
  3. zo vallen dat het vel kapot is1
    • ik heb mijn knie geschaafd1

Wiktionary Translations for schaven:

schaven
verb
  1. gladmaken door middel van een schaaf.
  2. verwonden door wegscheuring van de huid.

Cross Translation:
FromToVia
schaven cepillar plane — to smooth with a plane

External Machine Translations:
Google
  • plano
Microsoft
  • Schaaf