Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. getrouw:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for getrouw from Dutch to Spanish

getrouw:

getrouw adj

  1. getrouw (loyaal; trouw)
    honrado; fiel; leal

Translation Matrix for getrouw:

NounRelated TranslationsOther Translations
fiel godsdienstige; godvruchtige; vrome
honrado eerlijke; rechtschapene
ModifierRelated TranslationsOther Translations
fiel getrouw; loyaal; trouw braaf; eerlijk; expressief; fideel; getrouwe; loyale; natuurgetrouw; openhartig; oprecht; realistisch; rechtgeaard; rechtschapen; rechtvaardig; rondborstig; sprekend; trouwe; trouwhartig; vol uitdrukking; waarheidsgetrouw
honrado getrouw; loyaal; trouw braaf; contemplatief; deugdzaam; eerbaar; eerlijk; eerzaam; fair; fatsoenlijk; fideel; keurig; kies; netjes; open; openhartig; oprecht; ordentelijk; rechtgeaard; rechtschapen; rechtvaardig; respectabel; rondborstig; trouwhartig; zedig
leal getrouw; loyaal; trouw braaf; eerlijk; fideel; getrouwe; loyale; openhartig; oprecht; rechtgeaard; rechtschapen; rechtvaardig; rondborstig; toegewijd; trouwe; trouwhartig

Related Words for "getrouw":


Wiktionary Translations for getrouw:


Cross Translation:
FromToVia
getrouw leal; fiel faithful — loyal; adhering firmly to person or cause
getrouw derecho; recto; directo; estricto; tieso; leal droit — Qui est du côté opposé à celui de son cœur (en supposant que son cœur est du même côté que pour la majorité des être humain), ou encore du côté de celui de la main qui sert à écrire chez la majorité (dans le cas où on parle de soi, car on utilise cet adjectif en adoptant le point de vue de la
getrouw fiel; leal fidèle — Qui garder sa foi, à l’égard d’une personne ou d’une idée, qui est constant dans les affections, qui remplir ses devoirs, ses engagements.
getrouw leal; honrado honnête — Qui est conforme à la vertu, à la probité, à l’honneur.