Summary
Dutch to Spanish: more detail...
- herkennen:
-
Wiktionary:
- herkennen → reconocer
- herkennen → ver, distinguir, reconocer
Dutch
Detailed Translations for herkennen from Dutch to Spanish
herkennen:
-
herkennen (thuisbrengen)
-
herkennen (waarnemen)
Conjugations for herkennen:
o.t.t.
- herken
- herkent
- herkent
- herkennen
- herkennen
- herkennen
o.v.t.
- herkende
- herkende
- herkende
- herkenden
- herkenden
- herkenden
v.t.t.
- heb herkend
- hebt herkend
- heeft herkend
- hebben herkend
- hebben herkend
- hebben herkend
v.v.t.
- had herkend
- had herkend
- had herkend
- hadden herkend
- hadden herkend
- hadden herkend
o.t.t.t.
- zal herkennen
- zult herkennen
- zal herkennen
- zullen herkennen
- zullen herkennen
- zullen herkennen
o.v.t.t.
- zou herkennen
- zou herkennen
- zou herkennen
- zouden herkennen
- zouden herkennen
- zouden herkennen
en verder
- ben herkend
- bent herkend
- is herkend
- zijn herkend
- zijn herkend
- zijn herkend
diversen
- herken!
- herkent!
- herkend
- herkennend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for herkennen:
Wiktionary Translations for herkennen:
herkennen
Cross Translation:
verb
-
waarnemen en beseffen wie het is
- herkennen → reconocer
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• herkennen | → ver; distinguir | ↔ erkennen — etwas oder jemand so deutlich wahrnehmen, dass man weiß, was oder wer es ist |
• herkennen | → reconocer | ↔ erkennen — identifizieren; auf Grund bestimmter Anzeichen feststellen, um was oder um wen, es sich handelt; mit geschultem, sachverständigen Blick erfassen |
• herkennen | → reconocer | ↔ recognise — to match in memory; to know from a previous encounter |
• herkennen | → reconocer | ↔ recognize — to match in memory; to know from a previous encounter |