Dutch

Detailed Translations for kentekenen from Dutch to Spanish

kentekenen form of kenteken:

kenteken [het ~] nomen

  1. het kenteken (nummerplaat)
    la matrícula
  2. het kenteken (iemand kenmerken; kenmerk; etiket)
    la etiqueta; el caracterisar; el rótulo
  3. het kenteken (merkteken; onderscheidingsteken)
    la marca; la contraseña; la medalla; la distinción; la decoración; la insignia; la condecoración; la condecoraciones; la insignia de una orden

Translation Matrix for kenteken:

NounRelated TranslationsOther Translations
caracterisar etiket; iemand kenmerken; kenmerk; kenteken
condecoraciones kenteken; merkteken; onderscheidingsteken ordeteken
condecoración kenteken; merkteken; onderscheidingsteken decoratie; ereteken; lintje; onderscheiding; onderscheidingsteken; ordeteken; ridderorde; speldje
contraseña kenteken; merkteken; onderscheidingsteken codewoord; consigne; herkenningswoord; wachtwoord
decoración kenteken; merkteken; onderscheidingsteken aankleding; corsage; decor; decoratie; draperie; garnering; inrichten; inrichting; opluistering; opsiering; ordeteken; ornamentiek; sierwerk; speldje; toneeldecoratie; tooi; versiering; versiersel; wandversiering; woningdecoratie; woninginrichting
distinción kenteken; merkteken; onderscheidingsteken bepaaldheid; betamelijkheid; deftigheid; distinctie; eerbaarheid; fatsoen; fatsoenlijkheid; gedistingeerdheid; gedragenheid; gepastheid; keurigheid; kiesheid; maken van onderscheid; netheid; onderscheid; onderscheiding; openhartigheid; openheid; oprechtheid; ordeteken; plechtigheid; plechtstatigheid; rondborstigheid; rondheid; statigheid; verschil; verschillendheid; voornaamheid; vormelijkheid; welgemanierdheid; welvoeglijkheid
etiqueta etiket; iemand kenmerken; kenmerk; kenteken banderol; code; etiket; etiquette; fatsoensnormen; label; notitiemarkering; plakker; plakkertje; sticker; strook; tag
insignia kenteken; merkteken; onderscheidingsteken badge; decoratie; ereteken; geldstuk; insigne; munt; muntstuk; onderscheiding; onderscheidingsteken; ordeteken; penning; plaatje als herkenningsteken; ridderorde; speldje; teken; vignet
insignia de una orden kenteken; merkteken; onderscheidingsteken ordeteken; speldje
marca kenteken; merkteken; onderscheidingsteken beeldmerk; brandmerk; eigenschap; einde; eindpunt; eindstreep; finish; finishlijn; handelsmerk; herkenningsteken; kenmerk; keurmerk; keurstempel; label; logo; markering; meet; merk; merknaam; merkteken; ontvangstbewijs; record; reçu; smet; stigma; vlag; vlek; wondteken van Christus
matrícula kenteken; nummerplaat aanmelden; aanmelding; collegegeld; herkenningsteken; inschrijving; inscriptie; leergeld; lesgeld; opgave; opschrift; rijplaat
medalla kenteken; merkteken; onderscheidingsteken gedenkpenning; legpenning; medaille; ordeteken; penning; plak; speldje
rótulo etiket; iemand kenmerken; kenmerk; kenteken etiket; herkenningsteken; label; plakker; plakkertje; sticker
- eigenschap; kenmerk
Not SpecifiedRelated TranslationsOther Translations
contraseña toegangscode; wachtwoord

Related Words for "kenteken":

  • kentekenen, kentekens

Synonyms for "kenteken":


Related Definitions for "kenteken":

  1. wat typisch is voor iets of iemand1
    • dat plaatje is het kenteken dat je lid bent1
  2. nummer van auto op nummerbord1
    • welk kenteken heeft jullie auto?1

Wiktionary Translations for kenteken:

kenteken
noun
  1. een teken waaraan iets of iemand herkenbaar is


Wiktionary Translations for kentekenen:


Cross Translation:
FromToVia
kentekenen caracterizar; marcar; señalar; formar; moldear zeichnen — (transitiv) etwas mit einem oder mehreren Zeichen versehen