Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. kogel:
  2. kogelen:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for kogel from Dutch to Spanish

kogel:

kogel [de ~ (m)] nomen

  1. de kogel
    la bala; la bola corredera; el plomo

Translation Matrix for kogel:

NounRelated TranslationsOther Translations
bala kogel
bola corredera kogel
plomo kogel lood

Related Words for "kogel":


Wiktionary Translations for kogel:

kogel
noun
  1. 2. munitie
  2. metalen bal gebruikt bij kogelstaten

Cross Translation:
FromToVia
kogel bala ball — ballistics: a solid nonexplosive missile
kogel proyectil; bala bullet — projectile
kogel bala Kugel — Objekt, das von Schusswaffen abgefeuert wird
kogel bala balle — Projectile d’arme à feu.

kogelen:

kogelen verb (kogel, kogelt, kogelde, kogelden, gekogeld)

  1. kogelen

Conjugations for kogelen:

o.t.t.
  1. kogel
  2. kogelt
  3. kogelt
  4. kogelen
  5. kogelen
  6. kogelen
o.v.t.
  1. kogelde
  2. kogelde
  3. kogelde
  4. kogelden
  5. kogelden
  6. kogelden
v.t.t.
  1. heb gekogeld
  2. hebt gekogeld
  3. heeft gekogeld
  4. hebben gekogeld
  5. hebben gekogeld
  6. hebben gekogeld
v.v.t.
  1. had gekogeld
  2. had gekogeld
  3. had gekogeld
  4. hadden gekogeld
  5. hadden gekogeld
  6. hadden gekogeld
o.t.t.t.
  1. zal kogelen
  2. zult kogelen
  3. zal kogelen
  4. zullen kogelen
  5. zullen kogelen
  6. zullen kogelen
o.v.t.t.
  1. zou kogelen
  2. zou kogelen
  3. zou kogelen
  4. zouden kogelen
  5. zouden kogelen
  6. zouden kogelen
en verder
  1. ben gekogeld
  2. bent gekogeld
  3. is gekogeld
  4. zijn gekogeld
  5. zijn gekogeld
  6. zijn gekogeld
diversen
  1. kogel!
  2. kogelt!
  3. gekogeld
  4. kogelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for kogelen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
soltar un disparo kogelen

Related Words for "kogelen":