Dutch

Detailed Translations for overspannen from Dutch to Spanish

overspannen:

overspannen verb (overspan, overspant, overspande, overspanden, overspannen)

  1. overspannen (met gespannen voorwerp omsluiten; omspannen)

Conjugations for overspannen:

o.t.t.
  1. overspan
  2. overspant
  3. overspant
  4. overspannen
  5. overspannen
  6. overspannen
o.v.t.
  1. overspande
  2. overspande
  3. overspande
  4. overspanden
  5. overspanden
  6. overspanden
v.t.t.
  1. heb overspannen
  2. hebt overspannen
  3. heeft overspannen
  4. hebben overspannen
  5. hebben overspannen
  6. hebben overspannen
v.v.t.
  1. had overspannen
  2. had overspannen
  3. had overspannen
  4. hadden overspannen
  5. hadden overspannen
  6. hadden overspannen
o.t.t.t.
  1. zal overspannen
  2. zult overspannen
  3. zal overspannen
  4. zullen overspannen
  5. zullen overspannen
  6. zullen overspannen
o.v.t.t.
  1. zou overspannen
  2. zou overspannen
  3. zou overspannen
  4. zouden overspannen
  5. zouden overspannen
  6. zouden overspannen
en verder
  1. is overspannen
  2. zijn overspannen
diversen
  1. overspan!
  2. overspant!
  3. overspannen
  4. overspannend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for overspannen:

NounRelated TranslationsOther Translations
apretar aanschroeven; afklemmen; afknijpen; vastschroeven
atravesar overlopen; oversteken
exaltado fanaat; fanaticus; fanatiekeling
VerbRelated TranslationsOther Translations
apretar met gespannen voorwerp omsluiten; omspannen; overspannen aandrukken; afklemmen; afknellen; afknijpen; bedenken; comprimeren; drukken; fantaseren; indrukken; induwen; ineen duwen; knellen; nijpen; persen; proppen; samenballen; samendrukken; samenpersen; schroeven; strak zitten; uitdenken; vastdrukken; vastknijpen; verdichten; verzinnen; voorwenden
atravesar doorbreken; doorhakken; doorheen reizen; doorhouwen; doorklieven; doormidden hakken; doorvaren; dwars oversteken; in tweeën houwen; klieven; kloven; overgaan; oversteken; reizen door
ceñir met gespannen voorwerp omsluiten; omspannen; overspannen afklemmen; afknijpen; insluiten; omsingelen; omsluiten; omvatten
ModifierRelated TranslationsOther Translations
agotado aan stress lijdend; gestresst; overspannen; overwerkt afgemat; bleek; dodelijk vermoeid; doodmoe; doodop; flauw; flets; geblust; hondsmoe; ijdel; leeg; loos; onaangebroken; onaangeroerd; onaangetast; ongebruikt; ongeopend; ongevuld; op; oververmoeid; uitdrukkingsloos; uitgeblust; uitgeput; uitgeteld; uitverkocht; verschoten; volgeboekt; wezenloos
agotado por exceso de trabajo overspannen; overwerkt
atravesado aan stress lijdend; gestresst; overspannen doorbroken; doorgehakt; doorgehouwen; doorkliefd; gemeen; in tweeën gehouwen; kwaadwillig; met slechte intentie; slecht; vals
atravesar overspannen; overwerkt
con extrema fatiga overspannen; overwerkt
desmedido overspannen; overwerkt bovenmatig; buitengemeen; buitengewoon; buitenissig; buitensporig; extravagant; extreem; mateloos; niet naar verhouding; onevenredig; overmatig; tomeloos; uitermate
dramático overspannen; overwerkt dramatisch
estresado aan stress lijdend; gestresst; overspannen; overwerkt
exagerado overspannen; overwerkt aangedikt; buiten proportie; extravagant; hyperbolisch; onmatig; overdadig; overdreven; overdrijvend; overmatig
exaltado aan stress lijdend; gestresst; overspannen; overwerkt aanzienlijk; adelijk; beroemd; deftig; doorluchtig; dweepziek; dweperig; eerbiedwaardig; gedistingeerd; gewichtig; hooggeplaatst; hooggespannen; hooggestemd; hoogverheven; illuster; plechtig; plechtstatig; statig; verheven; voornaam; waardig; zeer plechtig
excesivo overspannen; overwerkt bovenmate; bovenmatig; buitengemeen; buitensporig; enorm; extravagant; extreem; mateloos; ontiegelijk; overdadig; overdreven; overmatig; schandalig; schandelijk; schromelijk; tomeloos; uitermate; verfoeilijk; verregaand; week; zwak
exorbitante overspannen; overwerkt buitengewoon; buitenissig; buitensporig; extravagant; overmatig
extenuado aan stress lijdend; gestresst; overspannen; overwerkt
extravagante overspannen; overwerkt absurd; apart; barok; belachelijk; bespottelijk; bijzonder; bizar; buitengemeen; buitengewoon; buitenissig; buitensporig; curieus; eigenaardig; excentriek; excessief; extravagant; extreem; grillig; heel erg; hogelijk; lachwekkend; luxueus; merkwaardig; nukkig; onberekenbaar; ongerijmd; ongewoon; onvoorspelbaar; overmatig; ten zeerste; typisch; uitermate; uiterst; vreemd; weelderig; wispelturig; zeer; zonderling
sobreexcitado aan stress lijdend; gestresst; overspannen; overwerkt
teatral overspannen; overwerkt toneelmatig

Related Words for "overspannen":

  • overspannenheid, overspannene

Related Definitions for "overspannen":

  1. ziek door geestelijke oververmoeidheid1
    • hij heeft te hard gewerkt, nu is hij overspannen1

Wiktionary Translations for overspannen:

overspannen
adjective
  1. ziek door een te zware belasting op geestelijk vlak