Dutch
Detailed Translations for verloten from Dutch to Spanish
verloten:
-
verloten (loten)
Conjugations for verloten:
o.t.t.
- verloot
- verloot
- verloot
- verloten
- verloten
- verloten
o.v.t.
- verlootte
- verlootte
- verlootte
- verlootten
- verlootten
- verlootten
v.t.t.
- heb verloot
- hebt verloot
- heeft verloot
- hebben verloot
- hebben verloot
- hebben verloot
v.v.t.
- had verloot
- had verloot
- had verloot
- hadden verloot
- hadden verloot
- hadden verloot
o.t.t.t.
- zal verloten
- zult verloten
- zal verloten
- zullen verloten
- zullen verloten
- zullen verloten
o.v.t.t.
- zou verloten
- zou verloten
- zou verloten
- zouden verloten
- zouden verloten
- zouden verloten
diversen
- verloot!
- verloot!
- verloot
- verlotend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for verloten:
Verb | Related Translations | Other Translations |
rifar | loten; verloten | inloten; uitloten |
sortear | loten; verloten | arrangeren; groeperen; indelen; inloten; mijden; omzeilen; ontlopen; ontwijken; ordenen; rangeren; schiften; sorteren; systematiseren; uit de weg gaan; uitloten; uitwijken voor iets; uitzoeken; vermijden |