Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. royeren:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for royeren from Dutch to Spanish

royeren:

royeren verb (royeer, royeert, royeerde, royeerden, geroyeerd)

  1. royeren (diskwalificeren; uitsluiten)
  2. royeren (iemand schrappen)

Conjugations for royeren:

o.t.t.
  1. royeer
  2. royeert
  3. royeert
  4. royeren
  5. royeren
  6. royeren
o.v.t.
  1. royeerde
  2. royeerde
  3. royeerde
  4. royeerden
  5. royeerden
  6. royeerden
v.t.t.
  1. heb geroyeerd
  2. hebt geroyeerd
  3. heeft geroyeerd
  4. hebben geroyeerd
  5. hebben geroyeerd
  6. hebben geroyeerd
v.v.t.
  1. had geroyeerd
  2. had geroyeerd
  3. had geroyeerd
  4. hadden geroyeerd
  5. hadden geroyeerd
  6. hadden geroyeerd
o.t.t.t.
  1. zal royeren
  2. zult royeren
  3. zal royeren
  4. zullen royeren
  5. zullen royeren
  6. zullen royeren
o.v.t.t.
  1. zou royeren
  2. zou royeren
  3. zou royeren
  4. zouden royeren
  5. zouden royeren
  6. zouden royeren
en verder
  1. ben geroyeerd
  2. bent geroyeerd
  3. is geroyeerd
  4. zijn geroyeerd
  5. zijn geroyeerd
  6. zijn geroyeerd
diversen
  1. royeer!
  2. royeert!
  3. geroyeerd
  4. royerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for royeren:

NounRelated TranslationsOther Translations
descartar afschuiven; wegschuiven
eliminar doden; van kant maken; wegruimen
VerbRelated TranslationsOther Translations
borrar diskwalificeren; iemand schrappen; royeren; uitsluiten aanrekenen; aanwrijven; afschrijven; berispen; beschuldigen; blameren; doorstrepen; gispen; in elkaar overlopen; laken; nadragen; tanen; te niet doen; uitgommen; uitroeien; uitschrijven; uitvegen; uitvlakken; uitwissen; verbleken; vervagen; vervloeien; verwijten; vlakken; voor de voeten gooien; voorhouden; wegvagen; wegvegen; wissen
dar de baja diskwalificeren; iemand schrappen; royeren; uitsluiten inschrijving opheffen; te niet doen
descalificar diskwalificeren; royeren; uitsluiten
descartar diskwalificeren; royeren; uitsluiten afdanken; afdrijven; afketsen; afkeuren; afstemmen; afwijzen; ecarteren; ricocheren; terugwijzen; verlijeren; verwaarlozen; verweren; verwerpen; verwijderen; wegcijferen; wegstemmen; weigeren; wraken
eliminar diskwalificeren; royeren; uitsluiten aanrekenen; aanwrijven; afmaken; afschrijven; berispen; beschuldigen; blameren; doorhalen; gispen; koudmaken; laken; liquideren; nadragen; schrappen; te niet doen; uit de weg ruimen; uitroeien; verwijderen; verwijten; voor de voeten gooien; voorhouden
tachar iemand schrappen; royeren afbestellen; afgelasten; afzeggen; annuleren; doorstrepen; intrekken; nietig verklaren; te niet doen

Wiktionary Translations for royeren:


Cross Translation:
FromToVia
royeren despedir; destituir licenciercongédier un employé.
royeren aplazar; despedir; destituir; devolver; reflejar renvoyerenvoyer de nouveau.