Home ->Dictionaries ->Dutch/Spanish ->Search: spreiding

Dutch and Spanish Search Results for: spreiding

Summary

Dutch to Spanish: more detail...

spreiding:
- dispersión; extensión; propagación; reventado negativo
Wiktionary:
- spreiding → rango, división

Dutch

Detailed Translations for spreiding from Dutch to Spanish

spreiding:

spreiding [de ~ (v)] nomen

de spreiding
la dispersión; la extensión
- dispersión [la ~] nomen
- extensión [la ~] nomen
de spreiding
propagación
- propagación
de spreiding
reventado negativo
- reventado negativo

Translation Matrix for spreiding:

Noun	Related Translations	Other Translations
dispersión	spreiding	amusement; sparsity; uitlegging; uitspreiding; uitstrooiing; verbreiding; vermaak; vermakelijkheid; verspreiding; verstrooiing; vertier
extensión	spreiding	afmeting; ampelheid; bestandsextensie; dimensie; doortrekking; extensie; formaat; gebied; grootte; maat; mate; omvang; oprekken; toevoeging; toevoegsel; uitbreiding; uitgebreidheid; uitgestrektheid; uitlegging; uitspreiding; uitvoerigheid; verbreiding
Not Specified	Related Translations	Other Translations
propagación	spreiding	bubbling; doorgifte; indexdoorgifte; seeding
reventado negativo	spreiding

Related Words for "spreiding":

spreidingen

Wiktionary Translations for spreiding:

Cross Translation:

From	To	Via
• spreiding	→ rango	↔ range — statistics: difference between largest and smallest observation
• spreiding	→ división	↔ division — Autres sens à trier

External Machine Translations: