Home ->Dictionaries ->Dutch/Spanish ->Search: betaling

Dutch and Spanish Search Results for: betaling

Summary

Dutch to Spanish: more detail...

betaling:
- pago; desembolso; comprobación
Wiktionary:
- betaling → pago
- betaling → importe, abono, pago

Dutch

Detailed Translations for betaling from Dutch to Spanish

betaling:

betaling [de ~ (v)] nomen

de betaling
el pago; el desembolso
- pago [el ~] nomen
- desembolso [el ~] nomen
de betaling
el pago
- pago [el ~] nomen
de betaling
la comprobación
- comprobación [la ~] nomen

Translation Matrix for betaling:

Noun	Related Translations	Other Translations
comprobación	betaling	bevinding; constatering; definiëring; omschrijving; vaststelling; verificatie
desembolso	betaling	betalen; dokken; uitbetaling; voldoen
pago	betaling	beloning; betalen; bezoldiging; dokken; gage; inkomen; inlossing; kwijting; loon; salaris; salariëring; sociale bijstand; uitkering; vergoeding; voldoen; werkeloosheidsuitkering

Wiktionary Translations for betaling:

betaling

noun

het onderhandigen of overboeken van geld in ruil voor goed of dienst
- betaling → pago

Cross Translation:

From	To	Via
• betaling	→ importe; abono; pago	↔ Zahlung — ohne Plural: der Vorgang des Zahlens
• betaling	→ pago	↔ payment — the act of paying
• betaling	→ pago	↔ payment — a sum of money paid in exchange for goods or services
• betaling	→ pago	↔ paiement — Ce qui se donner pour acquitter une dette.
• betaling	→ pago	↔ paye — salaire ou rémunération d’un travail.
• betaling	→ pago	↔ versement — finance\|fr action de verser de l’argent dans une caisse.

Related Translations for betaling