Summary
Dutch
Detailed Translations for aanbidder from Dutch to Spanish
aanbidder:
-
de aanbidder (vrijer; liefhebber; minnaar)
Translation Matrix for aanbidder:
Noun | Related Translations | Other Translations |
amante | aanbidder; liefhebber; minnaar; vrijer | beminde; duifje; geliefde; gezel; gezellin; hartje; hartsvriendin; kameraadje; liefje; liefste; lieve; maatje; maîtresse; minnares; partner; poepje; schat; schatje; schattebout; scheetje; snoes; vriendin |
querido | aanbidder; liefhebber; minnaar; vrijer | beminde; duifje; geliefde; gezel; hartje; hartsvriendin; kameraadje; liefje; liefste; lieve; lieveling; lievelingetje; lieverd; maatje; poepje; schat; schatje; schattebout; scheetje; snoepje; snoes; vriendin |
Modifier | Related Translations | Other Translations |
querido | begeerlijk; begerenswaardig; bemind; beminde; beste; dierbaar; dierbare; elegant; favoriete; geliefd; geliefde; geselecteerd; getapt; gevraagd; gewenst; gewild; gracieus; lief; lieve; lievelings; sierlijk; toegenegen; uitverkoren; verkoren; verlangd; wenselijk |
External Machine Translations: