Home ->Dictionaries ->Dutch/Spanish ->Translate aaneensluiting

Translate aaneensluiting from Dutch to Spanish

Summary

Dutch to Spanish: more detail...

aaneensluiting:
- conexión; comunicación; nexo; combinación; empalme; ensamblaje; enlace

Dutch

Detailed Translations for aaneensluiting from Dutch to Spanish

aaneensluiting:

aaneensluiting [de ~ (v)] nomen

de aaneensluiting (verbinding; koppeling)
la conexión; la comunicación; el nexo; la combinación; el empalme; el ensamblaje; el enlace
- conexión [la ~] nomen
- comunicación [la ~] nomen
- nexo [el ~] nomen
- combinación [la ~] nomen
- empalme [el ~] nomen
- ensamblaje [el ~] nomen
- enlace [el ~] nomen

Translation Matrix for aaneensluiting:

Noun	Related Translations	Other Translations
combinación	aaneensluiting; koppeling; verbinding	aaneenkoppeling; aansluiting; band; combinatie; connectie; join; kleurenschema; koppeling; liaison; link; onderjurk; relatie; samenhang; samenstelling; samenvoegen; schema; verband; verbinding
comunicación	aaneensluiting; koppeling; verbinding	aaneenkoppeling; aangifte; aankondiging; aansluiting; band; bekendmaking; bereikbaarheid; bericht; bevestiging; bewering; boodschap; communicatie; connectie; contact; convocatie; declaratie; gewag; het uitspreken; informatie; kennisgeving; koppeling; liaison; link; mededeling; melding; openbare publicatie; opgave; opheldering; publicatie; publikatie; relaas; relatie; ruchtbaarheid; samenhang; statement; tijding; toelichting; uitgave; uitgifte; uiting; uitlegging; uitspraak; verband; verbinding; verklaring; vermelding; verwittiging
conexión	aaneensluiting; koppeling; verbinding	aansluiting; band; connectie; contact; liaison; lichtplek; lichtpunt; lichtstip; link; onderling verband; relatie; samenhang; schakel; schakeling; verband; verbinding
empalme	aaneensluiting; koppeling; verbinding	aaneenkoppeling; aanhechting; aanvoeging; aftakking; alliantie; bastaard; bond; bondgenootschap; driesprong; hybride; knooppunt; koppeling; kruispunt; kruisverbinding; splitsing; spruitstuk; verbinding; verbond; verkeersknooppunt; vertakking; wegsplitsing
enlace	aaneensluiting; koppeling; verbinding	aaneenkoppeling; aaneenvoeging; aansluiting; affaire; akkoord; alliantie; band; binding; bond; bondgenootschap; broederschap; connectie; contact; draai; federatie; gebondenheid; gegevensbinding; genootschap; het gebonden zijn; kink; knoop; koppeling; kronkel; liaison; liefdesrelatie; liga; link; lus; lusvormige kromming; onderling verband; pact; relatie; samenhang; samenvoeging; schakel; sociëteit; soos; unie; verband; verbinding; verbond; verdrag; vereniging; verhouding
ensamblaje	aaneensluiting; koppeling; verbinding	aaneenkoppeling; aanvoeging; assemblage; assembleren; bijeenlegging; bond; broederschap; genootschap; koppeling; las; montage; samenstelling; samenvoeging; sociëteit; tussenstuk; tussenvoegsel; tussenzetsel; verbinding; vereniging
nexo	aaneensluiting; koppeling; verbinding	aansluiting; band; connectie; liaison; link; relatie; samenhang; verband; verbinding

External Machine Translations: