Dutch
Detailed Translations for aanmatigen from Dutch to Spanish
aanmatigen:
-
aanmatigen (zich verbeelden)
Conjugations for aanmatigen:
o.t.t.
- matig aan
- matigt aan
- matigt aan
- matigen aan
- matigen aan
- matigen aan
o.v.t.
- matigde aan
- matigde aan
- matigde aan
- matigden aan
- matigden aan
- matigden aan
v.t.t.
- heb aangematigd
- hebt aangematigd
- heeft aangematigd
- hebben aangematigd
- hebben aangematigd
- hebben aangematigd
v.v.t.
- had aangematigd
- had aangematigd
- had aangematigd
- hadden aangematigd
- hadden aangematigd
- hadden aangematigd
o.t.t.t.
- zal aanmatigen
- zult aanmatigen
- zal aanmatigen
- zullen aanmatigen
- zullen aanmatigen
- zullen aanmatigen
o.v.t.t.
- zou aanmatigen
- zou aanmatigen
- zou aanmatigen
- zouden aanmatigen
- zouden aanmatigen
- zouden aanmatigen
diversen
- matig aan!
- matigt aan!
- aangematigd
- aanmatigende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for aanmatigen:
Noun | Related Translations | Other Translations |
pretender | aansturen op; ambitie; aspiratie; azen; beogen; doel; intentie; pogen; streven; streven naar; trachten | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
pretender | aanmatigen; zich verbeelden | ambiëren; bedoelen; beweren; ergens iets mee willen zeggen; fingeren; huichelen; menen; pretenderen; simuleren; stellen; van mening zijn; veinzen; verklaren; voorgeven; voorwenden |
External Machine Translations: