Dutch

Detailed Translations for aannemelijkheid from Dutch to Spanish

aannemelijkheid:

aannemelijkheid [de ~ (v)] nomen

  1. de aannemelijkheid (plausibiliteit; waarschijnlijkheid)
    la probabilidad; la credibilidad; la plausibilidad

Translation Matrix for aannemelijkheid:

NounRelated TranslationsOther Translations
credibilidad aannemelijkheid; plausibiliteit; waarschijnlijkheid betrouwbaarheid; geloofwaardigheid
plausibilidad aannemelijkheid; plausibiliteit; waarschijnlijkheid
probabilidad aannemelijkheid; plausibiliteit; waarschijnlijkheid gelegenheid; kans; mogelijkheid; waarschijnlijkheid

Related Words for "aannemelijkheid":


aannemelijkheid form of aannemelijk:


Translation Matrix for aannemelijk:

AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
válido aannemelijk; degelijk; gefundeerd; gegrond; geldig; logisch; op goede gronden steunend; solide; steekhoudend; valabel; valide gegrond; geldig; gerechtvaardigd; gewettigd; op deugdelijke gronden steunend; valide
ModifierRelated TranslationsOther Translations
aceptable aannemelijk; acceptabel; geldig; geloofwaardig; plausibel; valabel; valide; waarschijnlijk aanvaardbaar
admisible aannemelijk; acceptabel; geloofwaardig; plausibel; waarschijnlijk aangenomen; aanvaard; accoord; geaccepteerd; geoorloofd; gepermitteerd; goedgekeurd; ontvankelijk; openstaand; toegelaten; toegestaan; vatbaar; veroorloofd
conclusivo aannemelijk; acceptabel; geloofwaardig; plausibel; waarschijnlijk afdoend; beslissend; overtuigend
convincente aannemelijk; degelijk; gefundeerd; gegrond; logisch; op goede gronden steunend; solide; steekhoudend afdoend; klemmend; overredend; overtuigend
fundado aannemelijk; degelijk; gefundeerd; gegrond; logisch; op goede gronden steunend; solide; steekhoudend gefundeerd; gegrond; geldig; gerechtvaardigd; gesticht; gewettigd; op deugdelijke gronden steunend; opgericht; valide
justificado aannemelijk; geldig; valabel; valide bevoegd; billijk; geautoriseerd; gerechtigd; gerechtvaardigd; gewettigd; legitiem; op deugdelijke gronden steunend; rechtmatig; rechtvaardig; wetmatig; wettig
legal aannemelijk; geldig; valabel; valide billijk; forensisch; gerechtelijk; gewettigd; juridisch; justitieel; legaal; legitiem; rechterlijk; rechtmatig; rechtsgeldig; rechtvaardig; wetmatig; wettelijk; wettig
legitimario aannemelijk; geldig; valabel; valide gerechtvaardigd; gewettigd; op deugdelijke gronden steunend
legítimo aannemelijk; degelijk; gefundeerd; gegrond; geldig; logisch; op goede gronden steunend; solide; steekhoudend; valabel; valide bevoegd; billijk; geautoriseerd; gegrond; geldig; gerechtigd; gerechtvaardigd; gewettigd; gewoonweg; klinkklaar; legaal; legitiem; op deugdelijke gronden steunend; rechtmatig; rechtsgeldig; rechttoe; rechtvaardig; valide; wetmatig; wettelijk; wettig
persuasivo aannemelijk; acceptabel; geloofwaardig; plausibel; waarschijnlijk afdoend; klemmend; overredend; overtuigend
plausible aannemelijk; acceptabel; degelijk; gefundeerd; gegrond; geloofwaardig; logisch; op goede gronden steunend; plausibel; solide; steekhoudend; waarschijnlijk
probable aannemelijk; acceptabel; geloofwaardig; plausibel; waarschijnlijk vermoedelijk; waarschijnlijk
probablemente aannemelijk; acceptabel; geloofwaardig; plausibel; waarschijnlijk vermoedelijk; waarschijnlijk

Related Words for "aannemelijk":

  • aannemelijkheid, aannemelijker, aannemelijkere, aannemelijkst, aannemelijkste, aannemelijke

Wiktionary Translations for aannemelijk:

aannemelijk
adjective
  1. om aan te nemen

Cross Translation:
FromToVia
aannemelijk aceptable; admisible admissible — capable or deserving to be admitted, accepted or allowed; allowable, permissible, acceptable
aannemelijk regular palatable — tolerable, acceptable
aannemelijk probable plausible — likely, acceptable
aannemelijk admisible; aceptable admissible — Qui pouvoir être admettre.