Dutch
Detailed Translations for achterhalen from Dutch to Spanish
achterhalen:
-
achterhalen (te weten komen)
Conjugations for achterhalen:
o.t.t.
- achterhaal
- achterhaalt
- achterhaalt
- achterhalen
- achterhalen
- achterhalen
o.v.t.
- achterhaalde
- achterhaalde
- achterhaalde
- achterhaalden
- achterhaalden
- achterhaalden
v.t.t.
- heb achterhaald
- hebt achterhaald
- heeft achterhaald
- hebben achterhaald
- hebben achterhaald
- hebben achterhaald
v.v.t.
- had achterhaald
- had achterhaald
- had achterhaald
- hadden achterhaald
- hadden achterhaald
- hadden achterhaald
o.t.t.t.
- zal achterhalen
- zult achterhalen
- zal achterhalen
- zullen achterhalen
- zullen achterhalen
- zullen achterhalen
o.v.t.t.
- zou achterhalen
- zou achterhalen
- zou achterhalen
- zouden achterhalen
- zouden achterhalen
- zouden achterhalen
diversen
- achterhaal!
- achterhaalt!
- achterhaald
- achterhalende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for achterhalen:
Verb | Related Translations | Other Translations |
descubrir | achterhalen; te weten komen | achter komen; bemerken; bloot leggen; blootleggen; bouwklaar maken; doorvorsen; fileren; naspeuring doen; ontbloten; ontginnen; onthullen; ontmaskeren; ontpoppen; openen; openstellen; opmerken; rechercheren; reveleren; snuffelen; speuren; toegankelijk maken; uitvinden; vrijgeven |
enterarse | achterhalen; te weten komen | horen; ondervragen; overhoren; poolshoogte nemen; te horen krijgen; uithoren; uitvinden; uitvragen; verhoren; vernemen |