Home ->Dictionaries ->Dutch/Spanish ->Translate afnames

Translate afnames from Dutch to Spanish

Summary

Dutch to Spanish: more detail...

afnames:
- disminuciónes; regresiónes
afname:
- adquisición; compra; disminución; reducción; recesión; regresión; bajada; caída; descenso
Wiktionary:
- afname → disminución
- afname → disminución, adquisición, compra, ganancia, mercado

Dutch

Detailed Translations for afnames from Dutch to Spanish

afnames:

afnames [znw.] nomen

afnames (vervallingen)
la disminuciónes; la regresiónes
- disminuciónes [la ~] nomen
- regresiónes [la ~] nomen

Translation Matrix for afnames:

Noun	Related Translations	Other Translations
disminuciónes	afnames; vervallingen	achteruitgangen
regresiónes	afnames; vervallingen	achteruitgangen

Related Words for "afnames":

afname

afname:

afname [de ~] nomen

de afname (aankoop; acquisitie; kopen; verwerving; verkrijging; aanschaf; koop)
la adquisición; la compra
- adquisición [la ~] nomen
- compra [la ~] nomen
de afname (minder worden; terugloop; val; daling)
la disminución
- disminución [la ~] nomen
de afname (terugloop; vermindering; teruggang; daling)
la disminución; la reducción; la recesión; la regresión
- disminución [la ~] nomen
- reducción [la ~] nomen
- recesión [la ~] nomen
- regresión [la ~] nomen
de afname (minder worden; vermindering)
la reducción; la disminución; la bajada; la caída; el descenso
- reducción [la ~] nomen
- disminución [la ~] nomen
- bajada [la ~] nomen
- caída [la ~] nomen
- descenso [el ~] nomen

Translation Matrix for afname:

Noun	Related Translations	Other Translations
adquisición	aankoop; aanschaf; acquisitie; afname; koop; kopen; verkrijging; verwerving	aangekochte; aankoop; aanschaf; aanwinst; acquisitie; boodschap; koop
bajada	afname; minder worden; vermindering	afdaling; daling; landing; terechtkomen; val
caída	afname; minder worden; vermindering	het verliezen; ineenstorten; instorten; instorting; inzakking; neervallen; verlies
compra	aankoop; aanschaf; acquisitie; afname; koop; kopen; verkrijging; verwerving	aangekochte; aankoop; aanschaf; aanwinst; acquisitie; boodschap; inkoop; koop
descenso	afname; minder worden; vermindering	afdaling; daling; degradatie; landing; terechtkomen; terugzetting; val; verlaging
disminución	afname; daling; minder worden; teruggang; terugloop; val; vermindering	afname voorraad; aftrek; aftrekking; afzwakking; deductie; degradatie; korting; krimp; krimping; prijsverlaging; reductie; slinking; terugzetting; verkleining; verlaging; vermindering
recesión	afname; daling; teruggang; terugloop; vermindering	inzakking; recessie
reducción	afname; daling; minder worden; teruggang; terugloop; vermindering	afslag; afzwakking; beknotting; deflatie; inkrimping; kleiner maken; korting; prijsdaling; prijsverlaging; reduceren; reductie; vermindering
regresión	afname; daling; teruggang; terugloop; vermindering	atavisme; regres; regressie; terugloop

Related Words for "afname":

afnames

Wiktionary Translations for afname:

afname

noun

het minder worden
- afname → disminución

Cross Translation:

From	To	Via
• afname	→ disminución	↔ abatement — the act of abating or the state of being abated
• afname	→ adquisición; compra	↔ achat — acquisition faire à prix d’argent.
• afname	→ adquisición; compra; ganancia	↔ acquisition — action d’acquérir.
• afname	→ adquisición; compra	↔ emplette — emploi, choix.
• afname	→ mercado	↔ marché — Concept économique