Noun | Related Translations | Other Translations |
antiguo caramelo en cuya envoltura hay un versito
|
babbelaar; kletser; leuterkous; ouwehoer; zwamneus
|
karamel
|
caramelo
|
babbelaar; kletser; leuterkous; ouwehoer; zwamneus
|
hopje; kandij; karamel; karamel bonbon; lekkers; snoepgoed; snoepjes; toffee; tussendoortje; ulevel; versnapering; zoetigheid
|
charlador
|
babbelaar; keuvelaar; klapekster; klep; kletser; kletskop; kletskous; kletsmajoor; kouter; kwebbel; leuteraar; leuterkous; ouwehoer; prater; theetante; zwammer; zwamneus; zwetser
|
bluffer; dikdoener; opschepper; opscheppers; pocher; praatjesmakers; snoever; snoevers; windbuil; windbuilen
|
charladora
|
babbelaar; klep; kletskop; kletskous; kletsmajoor; kwebbel; leuteraar; zwammer; zwetser
|
babbelaarster; kletskous; kletstante; leuteraarster; leuterkous
|
charlatana
|
babbelaar; klep; kletskop; kletskous; kletsmajoor; kwebbel; leuteraar; zwammer; zwetser
|
babbelaarster; kletskous; kletstante; leuteraarster; leuterkous
|
charlatán
|
babbelaar; klep; kletser; kletskop; kletskous; kletsmajoor; kwebbel; leuteraar; leuterkous; ouwehoer; zwammer; zwamneus; zwetser
|
beunhaas; bluffer; charlatan; dikdoener; hannes; hol vat; keutelaar; knoeier; kwakzalver; leeg vat; opschepper; opscheppers; pocher; praatjesmakers; prutser; rommelaar; sijsjeslijmer; slak; snoever; snoevers; standwerker; sukkel; talmer; teut; treuzel; treuzelaar; treuzelkous; windbuil; windbuilen; wonderdokter
|
chismoso
|
babbelaar; keuvelaar; klapekster; kouter; prater; theetante
|
binnendringer; infiltrant; kwaadspreker; lasteraar; lasteraarster; roddelaar; roddelaarster; slangentong; spion; vuilspuiter
|
cotillero
|
babbelaar; keuvelaar; klapekster; kouter; prater; theetante
|
roddelaar; roddelaarster
|
cotorra
|
babbelaar; kletser; leuterkous; ouwehoer; zwamneus
|
babbelaarster; hannes; keutelaar; kletskous; kletstante; leuteraarster; leuterkous; sijsjeslijmer; slak; sukkel; talmer; teut; treuzel; treuzelaar; treuzelkous
|
hablador
|
babbelaar; keuvelaar; klapekster; klep; kletser; kletskop; kletskous; kletsmajoor; kouter; kwebbel; leuteraar; leuterkous; ouwehoer; prater; theetante; zwammer; zwamneus; zwetser
|
bluffer; dikdoener; flapuit; mompelaar; opschepper; opscheppers; pocher; praatjesmakers; snoever; snoevers; veelprater; windbuil; windbuilen
|
habladora
|
babbelaar; klep; kletskop; kletskous; kletsmajoor; kwebbel; leuteraar; zwammer; zwetser
|
babbelaarster; kletskous; kletstante; leuteraarster; leuterkous
|
machacón
|
babbelaar; kletser; leuterkous; ouwehoer; zwamneus
|
haarklover; mierenneuker; muggenzifter; scherpslijper
|
parlanchina
|
babbelaar; klep; kletskop; kletskous; kletsmajoor; kwebbel; leuteraar; zwammer; zwetser
|
babbelaarster; kletskous; kletstante; leuteraarster; leuterkous
|
parlanchines
|
babbelaar; klep; kletskop; kletskous; kletsmajoor; kwebbel; leuteraar; zwammer; zwetser
|
babbelaars; hannes; kletskoppen; kletskousen; kletsmajoors; kletsmajoren; sijsjeslijmer; slak; sukkel; talmer; teut; treuzel; treuzelaar; treuzelkous; zwammers
|
parlanchín
|
babbelaar; keuvelaar; klapekster; klep; kletskop; kletskous; kletsmajoor; kouter; kwebbel; leuteraar; prater; theetante; zwammer; zwetser
|
bluffer; dikdoener; flapuit; hannes; keutelaar; opschepper; opscheppers; pocher; praatjesmakers; sijsjeslijmer; slak; snoever; snoevers; spraakwaterval; sukkel; talmer; teut; treuzel; treuzelaar; treuzelkous; windbuil; windbuilen
|
toffee
|
babbelaar; boterbabbelaar
|
|
Modifier | Related Translations | Other Translations |
caramelo
|
|
beige; caramel; lichtbruin
|
charlador
|
|
kletslustig
|
chismoso
|
|
babbelachtig; babbelziek; flapuit; indiscreet; kletserig; kletsgraag; loslippig; mededeelzaam; praatgraag; praatziek; spraakzaam
|
parlanchín
|
|
babbelachtig; babbelziek; flapuit; indiscreet; kletserig; kletsgraag; loslippig; mededeelzaam; praatgraag; praatziek; spraakzaam
|