Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. barak:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for barak from Dutch to Spanish

barak:

barak [de ~] nomen

  1. de barak (soldatenkamer)
    la barraca; la habitación militar
  2. de barak (bouwkeet; hangaar; loods; keet)
    la cabaña; la cabina; la barraca

Translation Matrix for barak:

NounRelated TranslationsOther Translations
barraca barak; bouwkeet; hangaar; keet; loods; soldatenkamer armoedige woning; bouwvakkersonderkomen; cabine; dierenverblijfplaats; gelagkamer; herdershutje; hok; hulpgebouw; hut; kamertje; kavalje; keet; kleine herdershut; kot; krot; noodgebouw; schuur; soepzootje
cabaña barak; bouwkeet; hangaar; keet; loods armoedige woning; cabine; dierenverblijfplaats; herdershut; herdershutje; hok; hokje; hol; hol van een dier; huisje; hut; hutje; kamertje; kleine herdershut; kot; leger; schuilplaats
cabina barak; bouwkeet; hangaar; keet; loods armoedige woning; badhokje; cabine; cockpit; herdershutje; hok; hut; hutje; kajuit; kamertje; kleedhokje; kleedkamer; kleine herdershut; kot; pashokje; paskamer; spreekcel; stuurcabine; telefooncel
habitación militar barak; soldatenkamer

Related Words for "barak":

  • barakken

Wiktionary Translations for barak:

barak
noun
  1. tijdelijk onderkomen voor een groep soldaten of andere personen

Cross Translation:
FromToVia
barak barraca Kaserne — ein Gebäude für die permanente Unterkunft von Soldaten
barak barracón baraqueconstruction provisoire et léger, généralement faite en planches.