Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. belangeloosheid:
  2. belangeloos:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for belangeloosheid from Dutch to Spanish

belangeloosheid:

belangeloosheid [de ~ (v)] nomen

  1. de belangeloosheid (onzelfzuchtigheid)
    el desinterés
  2. de belangeloosheid (vrijwilligheid)
    el voluntario

Translation Matrix for belangeloosheid:

NounRelated TranslationsOther Translations
desinterés belangeloosheid; onzelfzuchtigheid achteloosheid; afgestomptheid; desinteresse; gebrek aan interesse; gevoelloosheid; gevoelsarmoede; nonchalance; onbaatzuchtigheid; ongevoeligheid; ongeïnteresseerdheid; onverschilligheid
voluntario belangeloosheid; vrijwilligheid vrijwilliger
ModifierRelated TranslationsOther Translations
voluntario onverplicht; spontaan; uit vrije wil; vrijwillig

Related Words for "belangeloosheid":


belangeloosheid form of belangeloos:


Translation Matrix for belangeloos:

ModifierRelated TranslationsOther Translations
altruista belangeloos; onbaatzuchtig niet egoïstisch; onverplicht; onzelfzuchtig; spontaan; uit vrije wil; vrijwillig
desinteresado belangeloos; onbaatzuchtig indifferent; koelbloedig; laconiek; lauw; onbewogen; ongevoelig; ongeïnteresseerd; onverschillig
desprendido belangeloos; onbaatzuchtig clement; genereus; goedgeefs; goedhartig; gul; mak; mild; royaal; ruimhartig; scheutig; vrijgevig; welwillend; zacht; zachtaardig

Related Words for "belangeloos":


Wiktionary Translations for belangeloos:

belangeloos
adjective
  1. uit liefdadigheid