Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. beschadigingen:
  2. beschadiging:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for beschadigingen from Dutch to Spanish

beschadigingen:

beschadigingen [de ~] nomen, plural

  1. de beschadigingen
    el perjuicios; la averías; el daños

Translation Matrix for beschadigingen:

NounRelated TranslationsOther Translations
averías beschadigingen
daños beschadigingen aantastingen; schades; verliezen; waardeverminderingen
perjuicios beschadigingen schades; verliezen; waardeverminderingen

Related Words for "beschadigingen":


beschadiging:

beschadiging [de ~ (v)] nomen

  1. de beschadiging (schade toebrengen)
    el daño; la avería
  2. de beschadiging (schade)
    la avería; el daño; el deterioro

Translation Matrix for beschadiging:

NounRelated TranslationsOther Translations
avería beschadiging; schade; schade toebrengen afbreuk; averij; panne; schade; verlies
daño beschadiging; schade; schade toebrengen afbreuk; chagrijn; ergernis; leed; pijn; schade; verlies; zeer
deterioro beschadiging; schade bederf; decadentie; verarming; verergering; verpaupering; verrotting; verslechtering; verval; verwording

Related Words for "beschadiging":


Wiktionary Translations for beschadiging:

beschadiging
noun
  1. aangebrachte schade

Cross Translation:
FromToVia
beschadiging defecto; desperfecto; daño dégâtdommage, détérioration amener par un accident ou une cause violente.
beschadiging perjuicio; daño; detrimento; defecto; desperfecto préjudicetort ; dommage.