Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. bevlogenheid:
  2. bevlogen:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for bevlogenheid from Dutch to Spanish

bevlogenheid:

bevlogenheid [de ~ (v)] nomen

  1. de bevlogenheid (bezieling; enthousiasme; geestdrift)
    el entusiasmo; la animación; la inspiración

Translation Matrix for bevlogenheid:

NounRelated TranslationsOther Translations
animación bevlogenheid; bezieling; enthousiasme; geestdrift aanmoediging; aansporen; aansporing; amusement; animatie; bemoediging; blijheid; blijmoedigheid; drukte; gedrang; hupsheid; jolijt; jool; keet; keurigheid; levendigheid; lol; lustigheid; netheid; onberispelijkheid; opgewektheid; opwekking; ordelijkheid; plezier; pretmakerij; steun; stimulans; stimulering; toeloop; toevloed; uitgelatenheid; verlevendiging; vermaak; vermakelijkheid; verstrooiing; vertier; vrolijkheid
entusiasmo bevlogenheid; bezieling; enthousiasme; geestdrift aandrift; animo; belangstelling; betovering; daadkracht; elan; energie; enthousiasme; esprit; extase; fascinatie; fut; geboeidheid; gedrevenheid; geestvervoering; gloed; ijver; ijverigheid; interesse; kracht; krachtdadigheid; momentum; naarstigheid; nijverheid; noestigheid; opgetogenheid; pit; puf; trance; uitbundigheid; uitgelatenheid; verrukking; vervoering; vlam; vlijt; vlijtigheid; voortvarendheid; vuur; werklust; werkzaamheid; zin
inspiración bevlogenheid; bezieling; enthousiasme; geestdrift ingeving; inspiratie

Related Words for "bevlogenheid":


Wiktionary Translations for bevlogenheid:


Cross Translation:
FromToVia
bevlogenheid pasión Leidenschaftemotional sehr starke Begeisterung für ein bestimmtes Thema, Hobby, eine Arbeit oder Aktion

bevlogenheid form of bevlogen: