Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. bevrediging:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for bevrediging from Dutch to Spanish

bevrediging:

bevrediging [de ~ (v)] nomen

  1. de bevrediging (satisfactie; voldoening)
    el contentamiento; el contento

Translation Matrix for bevrediging:

NounRelated TranslationsOther Translations
contentamiento bevrediging; satisfactie; voldoening voldaanheid
contento bevrediging; satisfactie; voldoening blijheid; blijmoedigheid; opgewektheid; vrolijkheid
ModifierRelated TranslationsOther Translations
contento bevredigd; blij; blijgestemd; blijmoedig; gelukkig; gelukkig gestemd; genoeg; goedgehumeurd; goedgeluimd; jubelend; juichend; opgetogen; opgewekt; tevreden; verblijd; vergenoegd; verheugd; verzadigd; voldaan; voorspoedig; vrolijk; welgemoed; welgestemd

Wiktionary Translations for bevrediging:

bevrediging
noun
  1. de beantwoording aan een sterk verlangen