Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. bijbetalingen:
  2. bijbetaling:


Dutch

Detailed Translations for bijbetalingen from Dutch to Spanish

bijbetalingen:

bijbetalingen [de ~] nomen, plural

  1. de bijbetalingen

Translation Matrix for bijbetalingen:

NounRelated TranslationsOther Translations
pagos adicionales bijbetalingen

Related Words for "bijbetalingen":


bijbetalingen form of bijbetaling:

bijbetaling [de ~ (v)] nomen

  1. de bijbetaling
    la prima; el aumento; la subida; el almacenamiento; el suplemento; el almacenaje; el pago adicional

Translation Matrix for bijbetaling:

NounRelated TranslationsOther Translations
almacenaje bijbetaling buffer; opslag; opslagplaats
almacenamiento bijbetaling opslag; opslagplaats; voorraadvorming
aumento bijbetaling aangroei; aanvulling; aanwas; aanwinst; cumuleren; expansie; gezwel; groei; groter worden; klimmen; knobbel; omhoogkomen; opaarden; opeenhopen; ophopen; opstapelen; opstijgen; stapelen; stijgen; stijging; toename; toename voorraad; toeneming; tumor; uitbreiding; uitvergroting; uitzetting; vergroting; verhogen; verhogen van de waarde; verhoging; vermedevuldigen; vermeerdering; versterking
pago adicional bijbetaling
prima bijbetaling bonus; compensatie; extra beloning; extraatje; premie; tantième; tegemoetkoming; toeslag; verzekeringspremie
subida bijbetaling aangroei; aanwas; aanwinst; beklimming; bestijging; expansie; groei; groter worden; inrit; klim; oprijlaan; oprit; opstijging; rijzing; stijging; toename; toeneming; uitbreiding; verhoging; vermedevuldigen; vermeerdering; versterking; vooruitgang; vordering
suplemento bijbetaling aanhangsel; aanvulling; addendum; appendix; bijvoegsel; bonus; completering; extraatje; premie; supplement; suppletie; tantième; toeslag; toevoeging; toevoegsel; voltooiing
OtherRelated TranslationsOther Translations
aumento sprong; stijging

Related Words for "bijbetaling":


External Machine Translations: