Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. bijeen harken:


Dutch

Detailed Translations for bijeen harken from Dutch to Spanish

bijeen harken:

bijeen harken verb

  1. bijeen harken (bijeenschrapen)

Translation Matrix for bijeen harken:

NounRelated TranslationsOther Translations
recoger inhalen; naar binnen halen; rapen
reunir bijeen voegen; bijeenbrenging; verzameling
VerbRelated TranslationsOther Translations
acumular bijeen harken; bijeenschrapen aangroeien; accumuleren; bijeen scharrelen; bijeenzamelen; bijeenzoeken; hopen; op bankrekening zetten; op elkaar stapelen; op elkaar zetten; opeenhopen; oppotten; opstapelen; samenpakken; samenrapen; sparen; stapelen; vergaren; vermenigvuldigen; verzamelen; voortplanten; zich ophopen; zich opstapelen; zich vermeerderen
recoger bijeen harken; bijeenschrapen afdekken; afhalen; afhalen en meenemen; afnemen; afplukken; afruimen; bergen; betrappen; bijeen scharrelen; bijeenrapen; bijeenzamelen; binnen halen; binnenbrengen; binnenhalen; geld in ontvangst nemen; incasseren; inhalen; innen; inzamelen; meenemen; naar binnen halen; oogsten; opbergen; opeenhopen; ophalen; oppakken; oppikken; oppotten; oprapen; opruimen; opsnappen; opvegen; plukken; samenpakken; samenrapen; snappen; sparen; vergaren; verzamelen; wegbergen; weghalen; wegnemen
reunir bijeen harken; bijeenschrapen bij elkaar brengen; bijeen krijgen; bijeen scharrelen; bijeen zetten; bijeenbrengen; bijeenzamelen; bundelen; concentreren; herenigen; op bankrekening zetten; opeenhopen; oppotten; samenbrengen; samenpakken; samenrapen; sparen; verenigen; vergaren; verzamelen; weer bijeenbrengen

Related Translations for bijeen harken