Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. boodschap:
  2. Wiktionary:
  3. User Contributed Translations for boodschap:
    • recado


Dutch

Detailed Translations for boodschap from Dutch to Spanish

boodschap:

boodschap [de ~ (v)] nomen

  1. de boodschap (mededeling; bericht; vermelding; )
    la notificación; la noticia; el aviso; la publicación; la comunicación; la información
  2. de boodschap (aankoop; acquisitie; aanschaf; )
    la adquisición; la compra; el beneficio; el rendimiento; la obtención

Translation Matrix for boodschap:

NounRelated TranslationsOther Translations
adquisición aangekochte; aankoop; aanschaf; aanwinst; acquisitie; boodschap; koop aankoop; aanschaf; acquisitie; afname; koop; kopen; verkrijging; verwerving
aviso bekendmaking; bericht; boodschap; gewag; mededeling; melding; opgave; relaas; tijding; uitspraak; vermelding; verwittiging aankondigen; aankondiging; aanschrijving; aanzeggen; aanzegging; afkondiging; bericht; convocatie; decreet; herinnering; informatie; informeren; kennisgeven; kennisgeving; konde doen; mededeling; melding; memorandum; opheldering; toelichting; uiteenzetting; uitleg; uitvaardiging; verduidelijking; verklaring; vermaning; verwittiging; waarschuwing
beneficio aangekochte; aankoop; aanschaf; aanwinst; acquisitie; boodschap; koop baat; benefiet; gewin; hoogte van produktie; nut; oogst; opbrengst; product; productiviteit; profijt; rendement; uitkomst; voortbrengsel; waarde; winst
compra aangekochte; aankoop; aanschaf; aanwinst; acquisitie; boodschap; koop aankoop; aanschaf; acquisitie; afname; inkoop; koop; kopen; verkrijging; verwerving
comunicación bekendmaking; bericht; boodschap; gewag; mededeling; melding; opgave; relaas; tijding; uitspraak; vermelding; verwittiging aaneenkoppeling; aaneensluiting; aangifte; aankondiging; aansluiting; band; bereikbaarheid; bericht; bevestiging; bewering; communicatie; connectie; contact; convocatie; declaratie; het uitspreken; informatie; kennisgeving; koppeling; liaison; link; mededeling; melding; openbare publicatie; opheldering; publicatie; publikatie; relatie; ruchtbaarheid; samenhang; statement; toelichting; uitgave; uitgifte; uiting; uitlegging; uitspraak; verband; verbinding; verklaring; verwittiging
información bekendmaking; bericht; boodschap; gewag; mededeling; melding; opgave; relaas; tijding; uitspraak; vermelding; verwittiging aangifte; aankondigen; aankondiging; aanwijzing; bekendmaken; bericht; berichtgeving; bevestiging; bewering; convocatie; declaratie; het uitspreken; info; informatie; informeren; inlichting; kennisgeving; kennisoverdracht; mededeling; mededelingen; melden; melding; opheldering; statement; tip; toelichting; uitlegging; uitspraak; verklaring; verslaggeving; verwittiging; vingerwenk; vingerwijzing; voorlichting; wenk
noticia bekendmaking; bericht; boodschap; gewag; mededeling; melding; opgave; relaas; tijding; uitspraak; vermelding; verwittiging aangifte; aankondiging; afkondiging; bekendmaking; bericht; bevestiging; bewering; convocatie; declaratie; het uitspreken; journaal; kennisgeving; mededeling; melding; nieuws; opheldering; proclamatie; statement; tijding; toelichting; uitlegging; uitspraak; verklaring; verkondiging; verwittiging
notificación bekendmaking; bericht; boodschap; gewag; mededeling; melding; opgave; relaas; tijding; uitspraak; vermelding; verwittiging aangifte; aankondigen; aankondiging; aanschrijving; aanzeggen; aanzegging; afkondiging; bekendmaking; bericht; bevestiging; bewering; claim; convocatie; declaratie; decreet; informatie; informeren; kennisgeven; kennisgeving; konde doen; mededeling; melding; openbaarmaking; openbare publicatie; opheldering; proclamatie; publicatie; publikatie; statement; toelichting; uiteenzetting; uitgave; uitgifte; uitleg; uitlegging; uitvaardiging; verduidelijking; verklaring; verwittiging
obtención aangekochte; aankoop; aanschaf; aanwinst; acquisitie; boodschap; koop bemachtiging; inneming
publicación bekendmaking; bericht; boodschap; gewag; mededeling; melding; opgave; relaas; tijding; uitspraak; vermelding; verwittiging afkondiging; artikel; bekendmaking; besteding; convocatie; kennisgeving; mededeling; openbaarmaking; openbare publicatie; proclamatie; publicatie; publikatie; ruchtbaarheid; stuk; uitgave; uitgifte; verwittiging
rendimiento aangekochte; aankoop; aanschaf; aanwinst; acquisitie; boodschap; koop arbeidsprestatie; baat; doorvoer; gewin; hoogte van produktie; nut; nuttig effect; nuttigheid; oogst; opbrengst; prestatie; product; productiviteit; profijt; rendement; uitkomst; utiliteit; voortbrengsel; waarde; werkprestatie; winst
- bericht

Related Words for "boodschap":

  • boodschappen, boodschapje, boodschapjes

Wiktionary Translations for boodschap:

boodschap
noun
  1. overgebracht bericht
  2. inkopen van met name levensmiddelen

Cross Translation:
FromToVia
boodschap mensaje; recado message — a concept conveyed
boodschap comisión commissionmandat, charge que l’on donner à quelqu’un de faire quelque chose.

Related Translations for boodschap