Home ->Dictionaries ->Dutch/Spanish ->Translate brokje

Translate brokje from Dutch to Spanish

Summary

Dutch to Spanish: more detail...

brokje:
- trocito; pieza; parte; trozo; documento; fragmento; pedacito
brok:
- trozo; zuequito; grumo; terrón; terrón de azúcar
Wiktionary:
- brok → pedazo, trozo, cúmulo, prominencia, mazacote, cordillera, gota, porción, pieza, parte, obra, parche, acta, certificado, acto

Dutch

Detailed Translations for brokje from Dutch to Spanish

brokje:

brokje [het ~] nomen

het brokje (kleine brok)
el trocito; la pieza; la parte; el trozo; el documento; el fragmento
- trocito [el ~] nomen
- pieza [la ~] nomen
- parte [la ~] nomen
- trozo [el ~] nomen
- documento [el ~] nomen
- fragmento [el ~] nomen
het brokje (stukje; fragmentje; klein stukje; snippertje; eindje; partje)
el pedacito; el trocito
- pedacito [el ~] nomen
- trocito [el ~] nomen

Translation Matrix for brokje:

Noun	Related Translations	Other Translations
documento	brokje; kleine brok	bericht; certificaat; charter; diploma; document; essay; geschreven stuk; geschrevene; geschrift; oorkonde; schriftuur; script; tekst; verhandeling
fragmento	brokje; kleine brok	brokstuk; deel; diggel; fractie; fragment; gedeelte; groot en dik stuk; homp; part; scherf; splinter; stuk; wrakstuk
parte	brokje; kleine brok	aandeel; afdeling; band; boekdeel; deel; deeltje; departement; detachement; dosis; fractie; gedeelte; geluidsniveau; groot en dik stuk; homp; ledemaat; lichaamsdeel; lidmaat; onderdeeltje; part; portie; sectie; segment; stuk; tak; volume
pedacito	brokje; eindje; fragmentje; klein stukje; partje; snippertje; stukje	klein beetje; zweem; zweempje
pieza	brokje; kleine brok	aandeel; afdeling; damschijf; deel; departement; detachement; fractie; gedeelte; groot en dik stuk; homp; ledemaat; lichaamsdeel; lidmaat; part; sectie; speelstuk; stuk; tak
trocito	brokje; eindje; fragmentje; klein stukje; kleine brok; partje; snippertje; stukje	klein beetje; zweem; zweempje
trozo	brokje; kleine brok	aandeel; brok; deel; groot en dik stuk; homp; klont; mik; mondvol; part; suikerklontje

Related Words for "brokje":

brokjes, brok

brok:

brok [de ~] nomen

de brok (klont; suikerklontje)
el trozo; el zuequito; el grumo; el terrón; el terrón de azúcar
- trozo [el ~] nomen
- zuequito [el ~] nomen
- grumo [el ~] nomen
- terrón [el ~] nomen
- terrón de azúcar [el ~] nomen

Translation Matrix for brok:

Noun	Related Translations	Other Translations
grumo	brok; klont; suikerklontje	klont; klonter; krop; schar; slakrop
terrón	brok; klont; suikerklontje	berg; hoop; klompje; klont; klonter; klontertje; klontje; kluit; schar
terrón de azúcar	brok; klont; suikerklontje	klontje; suikerklontje
trozo	brok; klont; suikerklontje	aandeel; brokje; deel; groot en dik stuk; homp; kleine brok; mik; mondvol; part
zuequito	brok; klont; suikerklontje

Related Words for "brok":

brokken, brokje

Wiktionary Translations for brok:

Cross Translation:

From	To	Via
• brok	→ pedazo; trozo	↔ chunk — a part of something
• brok	→ cúmulo; prominencia; mazacote; cordillera	↔ lump — something that protrudes, sticks out, or sticks together; a cluster or blob; a mound, hill, or group
• brok	→ gota; porción	↔ morsel — small fragment
• brok	→ pedazo; trozo; pieza; parte	↔ fragment — morceau de quelque chose qui casser, briser, séparer de son tout.
• brok	→ pedazo; trozo; pieza; parte	↔ morceau — portion séparée d’une chose solide qui peut être manger.
• brok	→ obra; parche; acta; certificado; acto; trozo; parte	↔ pièce — partie, portion, morceau d’un tout.