Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. busjes:
  2. busje:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for busjes from Dutch to Spanish

busjes:

busjes [znw.] nomen

  1. busjes
    la furgonetas; la cajitas

Translation Matrix for busjes:

NounRelated TranslationsOther Translations
cajitas busjes doosjes; kistjes; schrijnen
furgonetas busjes doosjes

Related Words for "busjes":


busje:

busje [het ~] nomen

  1. het busje (blikje)
    la lata de conservas; la lata; el bote; el tamboril

Translation Matrix for busje:

NounRelated TranslationsOther Translations
bote blikje; busje blik; blikje; boot; bus; inzet; opbergblik; pot; poule; scheepje; schip; schuit; schuitje; speelgeld; stoomschip; trom; trommel; vaartuig
lata blikje; busje blik; conservenblik; perceptie
lata de conservas blikje; busje
tamboril blikje; busje slaginstrumentje; trommeltje

Related Words for "busje":


Wiktionary Translations for busje:


Cross Translation:
FromToVia
busje microbús minibus — a small bus
busje microbús minibusautobus de petite dimension.