Interglot - "ceremonie" translated from Dutch to Spanish

Remove Ads

Summary

Dutch to Spanish: more detail...

ceremonie:
- celebración; festividad; guateque; fiesta; festejo; ceremonia; protocolo; marcha; procesión; solemnidad; garabato; séquito; formalidad; majestad; visita oficial
Wiktionary:
- ceremonie → ceremonia
- ceremonie → ceremonia

Dutch

Detailed Translations for ceremonie from Dutch to Spanish

ceremonie:

ceremonie [de ~ (v)] nomen

de ceremonie (festiviteit; feestelijkheid; feest; viering)
la celebración; la festividad; el guateque; la fiesta; el festejo; la ceremonia
- celebración [la ~] nomen
- festividad [la ~] nomen
- guateque [el ~] nomen
- fiesta [la ~] nomen
- festejo [el ~] nomen
- ceremonia [la ~] nomen
de ceremonie (plechtigheid; plichtpleging; omhaal)
la ceremonia; el protocolo; la marcha; la celebración; la procesión; la solemnidad; el garabato; el séquito; el festejo; la formalidad; la majestad; la festividad; la visita oficial
- ceremonia [la ~] nomen
- protocolo [el ~] nomen
- marcha [la ~] nomen
- celebración [la ~] nomen
- procesión [la ~] nomen
- solemnidad [la ~] nomen
- garabato [el ~] nomen
- séquito [el ~] nomen
- festejo [el ~] nomen
- formalidad [la ~] nomen
- majestad [la ~] nomen
- festividad [la ~] nomen
- visita oficial [la ~] nomen
de ceremonie (protocol)
el protocolo; la formalidad; la ceremonia
- protocolo [el ~] nomen
- formalidad [la ~] nomen
- ceremonia [la ~] nomen

Translation Matrix for ceremonie:

Noun	Related Translations	Other Translations
celebración	ceremonie; feest; feestelijkheid; festiviteit; omhaal; plechtigheid; plichtpleging; viering	feestviering; fuif
ceremonia	ceremonie; feest; feestelijkheid; festiviteit; omhaal; plechtigheid; plichtpleging; protocol; viering	beleefdheidsbetuiging; ceremonieel; optocht; plechtige optocht; plichtpleging; processie; staatsie; stoet
festejo	ceremonie; feest; feestelijkheid; festiviteit; omhaal; plechtigheid; plichtpleging; viering
festividad	ceremonie; feest; feestelijkheid; festiviteit; omhaal; plechtigheid; plichtpleging; viering	feest; feestdrukte; feestelijkheid; feestje; feestviering; feestvreugde; festival; fuif; party; viering
fiesta	ceremonie; feest; feestelijkheid; festiviteit; viering	borrel; feest; feestje; feestviering; festijn; festival; fuif; informele receptie; instuif; partij; partijtje; party; viering; vreugdefeest
formalidad	ceremonie; omhaal; plechtigheid; plichtpleging; protocol	beleefdheidsbetuiging; formaliteit; gedragenheid; hamerstuk; optocht; plechtigheid; plechtstatigheid; plichtpleging; processie; staatsie; statigheid; stoet; voornaamheid; vormelijkheid
garabato	ceremonie; omhaal; plechtigheid; plichtpleging	drukte; gedoe; omhaal
guateque	ceremonie; feest; feestelijkheid; festiviteit; viering	borrel; feestviering; informele receptie; instuif
majestad	ceremonie; omhaal; plechtigheid; plichtpleging	deftigheid; eerbiedwaardigheid; gedragenheid; heerser; koning; majesteit; monarch; plechtigheid; plechtstatigheid; soeverein; statigheid; voornaamheid; vormelijkheid; vorst
marcha	ceremonie; omhaal; plechtigheid; plichtpleging	actie; beloop; beweging; doorgang; doorloop; doping; gang; gangpad; gebaar; gehaastheid; gezwindheid; haast; haastigheid; heengaan; ijl; lichaamsbeweging; opmars; optocht; overijling; passage; pep; pepmiddel; processie; protestbijeenkomst; publieke betoging; rapheid; rapiditeit; rijsnelheid; ronde; schielijkheid; snelheid; spoed; staatsie; stoet; tempo; tournee; vaart; vertrekken; vliegreis; vliegtocht; vlotheid; vlucht; vlugheid; voortgang; wandelsport
procesión	ceremonie; omhaal; plechtigheid; plichtpleging	geslachtsgemeenschap; omgang; ommegang; processie; staatsie; stoet; verkeer
protocolo	ceremonie; omhaal; plechtigheid; plichtpleging; protocol	processie; protocol; staatsie; stoet
solemnidad	ceremonie; omhaal; plechtigheid; plichtpleging	deftigheid; eerbiedwaardigheid; feestviering; gedragenheid; plechtigheid; plechtstatigheid; statigheid; voornaamheid; vormelijkheid
séquito	ceremonie; omhaal; plechtigheid; plichtpleging	processie; sleep; staatsie; stoet
visita oficial	ceremonie; omhaal; plechtigheid; plichtpleging	officieel bezoek; processie; staatsbezoek; staatsie; staatsiebezoek; stoet
-	plechtigheid

Related Words for "ceremonie":

ceremonies

Synonyms for "ceremonie":

plechtigheid

Related Definitions for "ceremonie":

officiële bijeenkomst vanwege een bijzondere gebeurtenis¹
- bij elke begrafenis hoort een ceremonie¹

Wiktionary Translations for ceremonie:

ceremonie

noun

een plechtige aangelegenheid
- ceremonie → ceremonia

Cross Translation:

From	To	Via
• ceremonie	→ ceremonia	↔ ceremony — ritual with religious significance
• ceremonie	→ ceremonia	↔ Zeremonie — feierliche, rituelle Handlung
• ceremonie	→ ceremonia	↔ cérémonie — ensemble des formes extérieures et régulier du culte religieux, des célébrations mystiques.

External Machine Translations:

¹Muiswerk Woordenboek

Remove Ads

Translate ceremonie from Dutch to Spanish

Detailed Translations for ceremonie from Dutch to Spanish

ceremonie:

ceremonie [de ~ (v)] nomen

de ceremonie (festiviteit; feestelijkheid; feest; viering)

de ceremonie (plechtigheid; plichtpleging; omhaal)

de ceremonie (protocol)

Translation Matrix for ceremonie:

Related Words for "ceremonie":

Synonyms for "ceremonie":

Related Definitions for "ceremonie":

Wiktionary Translations for ceremonie: